Uit de geschriften van opperrabbijn Tobias Tal

Titel
Uit de geschriften van opperrabbijn Tobias Tal

Jaar
1954

Overig
Redactie: opperrabijn Justus Tal

Pagina's
142



feest”, roepen zij hem toe, ״de Joden van Boheme zijn vrij, ze mogen blijven. Van ochtend is een koerier gekomen. De keizerin

heeft eergisteren ingetrokken____” Doch Ruben hoorde nauwelijks,

ging werktuigelijk naar zijn plaats. De leeraar Rabbi Oeri kwam binnen en ontving vreugdevol de מזל טוב -wenschen zijner leerlin-gen. Ja, het was waar. Heden ochtend vroeg was er een koerier uit den Haag gekomen, mer het bericht, dat Maria Theresia op 13 Ijar (15 Mei) het verbanningsedict had ingetrokken en bepaald, dat de Joden konden blijven, onder nader te maken verordeningen. Het nieuwe reddingsedict zou binnen eenige dagen verschijnen____

En nu begon het leeruur. Allen namen in blijde stemming deel aan de oefening. Doch met bevreemding zag R. Oeri den anders zoo vriendelijken, opgewekten knaap er zwijgend bij zitten. Doodsbleek, met wijd geopende oogen staarde Ruben in de ledige ruimte.

Toen de les geëindigd was en allen opstonden om te vertrekken, riep de leeraar: ״Ruben Rothenburg, blijf nog even zitten, ik heb u iets te zeggen.”

Nauwelijks waren zij alleen, of de goede leeraar riep Ruben tot zich, legde hem zachtkens de hand op het hoofd en vroeg: ״Ruben, wat scheelt U? wat is U overkomen? Zeg het mij vrij, mijn zoon, ge zijt een braaf jongeling. Hebt ge verdriet? Als ik kan en God mij bijstaat, zal ik U helpen ....”

Toen voer den armen knaap een schok door de leden, als sprong er iets los in zijn hart. Hij sloeg de handen voor het gelaat en, met het aangezicht op de knieën zijns leeraars gebogen, begon hij te snikken, te snikken om een steenen hart te breken. R. Oeri zeide niets, streek zacht met de hand over des jongelings lokken en wachtte geduldig.

Eindelijk hief Ruben de betraande oogen tot den meester op. Eerst in afgebroken zinnen, doch allengskens meer geregeld, ver-haalde hij al het gebeurde. ״O, meester, mijn vader verbood mij, er over te spreken — maar ik kon niet meer____”

— ״Wees bedaard, mijn jongen,” zeide R. Oeri, diep getroffen, ״laat mij nadenken. Ik kan mij het ongeluk nog niet eens voorstel-len. Hoe is het mogelijk! Jonas Rothenburg, de zoon van R. Mousje Rothenburg, arm, doodarm! Wat valt daar te doen? Waarlijk, ik weet

75

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.