de fout opgemerkt, die ik gemaakt heb? Ik heb iets verzuimd in deze Berchachot-gemara. Ik ontdekte het verzuim te laat, doch in de andere traktaten zal ik het trachten te vermijden, ofschoon ik niet overtuigd ben, dat dit overal mij gelukken zal....”
Hij nam mij van de tafel en sloeg het zeventiende blad op; en terwijl de drie geleerden met hem naar het venster traden, wees hij hun, hoe daar een paar woorden ontbraken, betrekking hebbend op den stichter van den Christelijken godsdienst. Hij sloeg nog enkele plaatsen op en terwijl allen op mij, in mij, nederzagen, deelde hij aan het naast hem staande edele drietal, een aantal opmerkingen mede over de beroemde derde Venetiaansche uitgave van Marco Antonio Justiniani van het jaar 1546, over de eerste Lubli-ner uitgave van 1559, maar vooral over de Baseler uitgave, die volgens het Pauselijk bevel zoo vreeselijk besneden was. Wel wist hij over de handelsgeheimen van den heer Benveniste heen te stappen. Hij zweeg er natuurlijk van, dat deze niet zoozeer de Venetiaansch-Justiniaansche uitgave als grondtekst gebruikte, ofschoon dit wel op het titelblad vermeld stond, maar veel meer de laatste Lubliner uitgave daartoe nam, die voor vijf jaren eerst voltooid was. Doch hij deelde een aantal bizonderheden omtrent verschillende Talmoedplaat-sen en lezingen mede. En dit geschiedde in een sierlijk Hebreeuwsch, met zoo innige bescheidenheid, maar toch met zoo diepe geleerdheid, zoo volkomen vastheid en oriënteering op de zee des Talmoeds, en met zoo helderen kritischen blik, dat Menasse ben Israël een lang oogenblik Rabbi Jitschak doordringend aanzag en deze sloeg zijn oogen neder.
O, geëerde hoorders, het was een groep, de teekenstift van een kunstenaarshand overwaardig, die vier merkwaardige mannen, met hun verscheidenheid van uiterlijk, maar allen karakteristiek in het geestvolle hunner gelaatstrekken, daar naast elkander staande voor het hooge boogvenster, met hun gansche aandacht bij de uiteenzetting, blikkend in dat exemplaar der Berachot-Gemara, dat R. Abraham in de hand hield. ... Dat exemplaar was ik — en dit uur zal ik nooit vergeten....
Een half uur later namen de drie Rabbijnen afscheid. Rabbi Abraham van Worms bleef nog even, besprak nog eenige aangele-
65