Uit de geschriften van opperrabbijn Tobias Tal

Titel
Uit de geschriften van opperrabbijn Tobias Tal

Jaar
1954

Overig
Redactie: opperrabijn Justus Tal

Pagina's
142



beantwoorden was; en voegde er bij: ja, een enkele zin uit het Nieuwe Testament komt wel in de Talmoed voor, maar alles?! men denke maar aan Matthaeus Hoofdstuk 5 — dat zou een vreemd figuur in de Talmoed maken.Het antwoord daarop was (1881) een brochure van mijn Vader: ״Een blik in Talmoed en Evangelie”; hij toonde de nieuwe fouten aan, wees den hoogleraar er telkens op, dat een hoog-leraar niet maar van anderen moet overschrijven, maar zelf de bronnen moet kennen en raadplegen, en liet voorts met reeksen citaten zien, dat elke gedachte uit Matthaeus hoofdstuk 5 in allerlei variaties in de Talmoed voorkomt.Oort heeft daarna nog een antwoord geschreven: ״Evangelie en Talmoed uit het oogpunt der zedelijkheid vergeleken”; waarvoor hij het materiaal aan Eisenmenger ontleende. In de kringen der Christelijke theologen heeft men over deze brochure maar liever eenstemmig gezwegen.Deze polemiek heeft mijn Vader in Nederland beroemd gemaakt.

De derde polemiek was tegen A. C. Wertheim over de ״leek-voorzitter”. De zaak was aldus: ln 1843 was er een verordening voor het Ned. Isr. Kerkgenootschap gekomen, dat de voorzitter van de examencommissie voor godsdienstonderwijzers en van die voor Joodse ״theologen” een leek moest zijn. In die dagen was dat niet ongerechtvaardigd. Maar toen allerlei omstandigheden waren ver-anderd en de bepaling gladweg absurd was geworden, wilde een aantal mensendie ik hier maar niet zal karakteriserenin de besturen van het kerkgenootschap de bepaling niet laten vervallen. Mensen als Dr. Asscher, Prof. Oppenheim, Prof. de Hartog waren voorzitters bij het מורה -examen!!!

ln 1890 wilden de Heren P. ƒ. B. Gobits en J. Vredenburg hun מורה -examen doen: Prof. Oppenheim was tot voorzitter benoemd; de datum werd bepaald; doch Prof. Oppenheim verzocht om intrek-king van zijn benoeming. Toen benoemde de Permanente Commissie Prof. de Hartog tot voorzitter; en deze zette het examen een vijf weken later, zonder op de wensen der leden te letten. Daarop legden de leden der commissie, o.a. mijn Vader, hun mandaat neer. Dat jaar zou, zo besloot toen de Perm. Comm., geen rabbinaal college van examinatoren bijeenkomen.De Heren Gobits en Vredenburg schreven kort daarna aan die leden, of zij wèl zitting zouden willen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.