van Israël, de aartsengel Michaël, was na deze aanklacht zwak in zijn verdediging van Israël; de Baal Sjem, dit voelende, onderbrak het gebed om door een goede daad een getuige te hebben, ten gunste van Israël. Toen nu die eenvoudige boer uit het diepst van zijn hart Gods naam heiligde door de goede daad van een Jood, bereikte hij meer dan de aartsengel Michaël en legde Satan het zwijgen op. Hier wordt duidelijk geïllustreerd, wat de Baal Sjem bedoelt met Jichoed. halêv, de eenheid van het hart.
Elke mens moet trachten zijn eigen weg te vinden
Hoe moet de mens God dienen? Deze manifesteert zich in het hele universum, maar ook in de ziel van ieder mens, want de vonken Gods liggen in elke menselijke ziel opgesloten, maar de vonken van de ene mens lijken niet op die van de andere en de mens moet trachten vlam te vatten aan zijn eigen vonken en deze tot een licht Gods te maken. Dat betekent, dat de een wel van de ander mag leren, maar hij moet trachten zijn eigen weg te vinden. Dat heeft een Chassidische Rabbi, Rabbi Susja, een keer zo pregnant gezegd: „Ik ben niet bang, wanneer ik voor het hemelse gerecht kom te staan, dat men mij zal vragen: waarom was je niet zo groot als Mozes; dan zal ik antwoorden: heilige God, kan dan iedereen Mozes zijn? Men zal mij ook niet vragen: waarom was je niet als de Baal Sjem? Maar ik ben bang en ik sidder, dat men mij zal vragen, waarom was je niet Rabbi Susja zelf?” God heeft in iedere ziel datgene gelegd wat hij nodig heeft voor zijn volmaaktheid en uitsluitend voor hem.
Toen een Chassidische Rabbi eens ontdekte dat een leerling hem trachtte na te bootsen, liet hij hem aanvankelijk zijn gang gaan. Door grote intentie en vroomheid geloofde de leerling al bijna die graad van volmaaktheid bereikt te hebben. Op een dag toen hij in gebed verzonken was ging de Rabbi hem voorbij en voegde hem slechts één woord
46