De Joodse godsdienst door de eeuwen

Rede uitgesproken door Mr Dr M. König op 10 april 1958

De verhouding van het Chassidisme, in het bijzonder van de Baal Sjem of Baal Sjem Tov (de meester van de goede naam), die de stichter van deze beweging was, tot de Kabbala van Luria, kan ik, geloof ik, het beste illustreren, door U een verhaal van hem zelf te vertellen. Er was eens een koningszoon, wiens vader voor zijn opvoeding twee zeer beroemde leraren aanstelde. De ene leraar gaf de kroonprins, die een zeer gevoelig, fijnbesnaard kind was, een les en in deze les vertelde hij hem o.a. over het wezen van de bescheidenheid. Hij zei, dat een mens, die werkelijk bescheiden is, afkerig moet zijn van pracht en praal, rijkdom en aardse genietingen. Dat maakte op de jonge prins een grote indruk. Tot het ceremonieel van het hof behoorde, dat de prins iedere dag op een bepaald uur door de hoofdstraten van de stad moest rijden in een open koets. Aansluitend aan de les had de rijtoer plaats, maar nog onder de indruk van de les, was het de prins niet mogelijk om in de koets plaats te nemen; aan de andere kant durfde hij het protocol niet geheel te negeren en hij besloot daarom de koets stapvoets te laten rijden en er zelf achter te lopen. Onderweg ontmoette hij de andere leraar, een man die bij alle levensernst op de bodem der realiteit

42