vallen, n.1. in het Arabisch, de taal van de toentertijd meest hoogstaande cultuur, n.1. de cultuur van de Islam.
Geen tegenspraak tussen openbaring en wetenschappelijk
denken
Wat zijn nu de grote problemen van de Joodse filosofie in de Middeleeuwen? Het „credo quia absurdum est”, woordelijk vertaald: ik geloof juist omdat het absurd is, is een leer, die voor het Joodse denken in de Middeleeuwen onaanvaardbaar was. In het bijzonder voor Maimonides was deze denkwijze verwerpelijk omdat zij voor hem een belediging van de goddelijke majesteit betekende. Volgens Maimonides openbaart God zich aan de profeten op directe, dus onmiddellijke manier, maar Hij openbaart zich ook in het wetenschappelijke denken van grote geleerden. De waarheid is een attribuut van het goddelijke wezen. Het zou in tegenspraak zijn met deze waarheid en ook met de onverbrekelijke eenheid van Gods wezen als deze openbaring iets anders zou verkondigen dan wat het wetenschappelijk denken ons leert. Dan zou Gods wezen in zichzelf tegenstrijdig zijn, want ook het denken is niet iets willekeurigs dat de mensen uitvinden, maar dat zij ontdekken als absolute waarheden, als gedachten Gods. Die waarheden bestonden al voordat de mens deze gevonden had, want het zijn eeuwige waarheden. Hier krijgen weten en denken een hoog niveau. En Maimonides is er in geslaagd in zijn monumentaal werk Moré Newoechiem, Gids der verdwaalden, het geloof van het Jodendom met de filosofie van zijn tijd in harmonie te brengen.
Betekenis en classificatie van de geboden
Een zeer belangrijk probleem in de Joodse middeleeuwse filosofie is de betekenis van de geboden in de Bijbel. Waarom zijn wij eigenlijk verplicht de geboden te vervullen? Moeten wij ze vervullen omdat ze een ethisch-sociale in-
27