bladzijden van Jodenvervolging, waarin in het bijzonder de Talmoed, d.w.z. de Talmoed-exemplaren, het moesten ontgelden. Talmoed-verbrandingen waren een gewoon verschijnsel, dat Israël beantwoordde met een klaaglied op de grote rouwdag: „Vraag het, gij die verbrand zijt in het vuur”. Denkt ge dat Israels religie hierdoor dodelijk getroffen werd? Zeker niet. De Rabbijnen leerden de Talmoed uit het hoofd, als in vroegere dagen. Totdat weer een geest van verdraagzaamheid over de wereld vaardig werd en men toeliet de Talmoed te herdrukken. Het is als bij de martyriologie onder keizer Hadrianus, waar volgens het verhaal van de Talmoed de wetsrollen verbrand werden, maar de letters hemelwaarts stegen en door het vuur niet werden aangetast.
25