Ook in andere seliechoth van Minchah komen toespelingen voor op het martelaarschap van het Joodse volk en vooral in de seliechoth uit de tijd der kruistochten vindt men gedachten aan vergelding.
In de Akédah Elohim al domi ledami:
,,God zwijg niet bij mijn bloed
Zwijg niet en blijf niet rustig jegens mijn tegenstander
Vraag het, eis het uit de hand van mijn verdelger
Laat de aarde het nergens bedekken.
Maar men tracht zich boven de gedachte der vergelding uit te worstelen en ook in Minchah straalt ons het beeld van de Messiaanse tijd tegen, waarin „Gods Huis een bedehuis zal zijn voor alle volkeren”.
In de seliechah „Meittecha tehillatie” van Mordechaj ben Schabtaj komt dit als volgt tot uitdrukking:
Gij, Heilige, Die troont op de lofzangen van Jisraeel
Het hele volk staat voor U van de morgen tot de avond
’s Avonds, ’s morgens en ’s middags smeek ik tot U, die
woont in den Hoge,
Mijn luid en mijn fluisterend gebed zij voor U gelijk aan
het wierook van oude tijden
O, geef mij een teken
Dat kome Uw dag, die geen dag en geen nacht is.
Bij het aanbreken van de avond.
Met deze gedachte is nu alles voorbereid op het hoogtepunt van de dag: „Neïlah”. Evenals Kol Nidrej bevat het slotgebed Neïlah alle motieven van de Jom-Kippoer-dienst in sterk geconcentreerde vorm. Alle onderdelen van de dienst worden nog eenmaal doorleefd om uit te lopen op het sobere gespannen einde: Sjemóth. Het uitvoerige Al Chéth wordt weggelaten, de kedoesjah is kort. De spanning wordt ook voelbaar, doordat op alle plaatsen waar eerst gezegd werd: „Schrijf ons in”, nu gezegd wordt: „Bezegel ons”. Het gaat nu om het uiterste. Neïlah betekent sluiting. Vroeger had op iedere voor het volk uitgeschreven vastendag, behalve de gewone diensten, tegen het sluiten der poorten nog een dienst plaats. Op Jom Kippoer vragen wij tegen de tijd, dat de poorten gesloten worden, om in Gods Poort binnengelaten te worden.
Met grote nadruk zegt de Chazzan het voor, woord voor woord en de gemeente zegt het na:
Open ons Uw Poort, wanneer de poorten gesloten worden,
want de dag verstrijkt
De dag verstrijkt, de zon gaat onder en verdwijnt,
mogen wij Uw Poorten binnengaan.
64