Rosj Hasjanah en Jom Kippoer

lofzangen op God, samengesteld uit verspreide citaten uit Thenach, die evenwel samen één geheel vormen:

Tot U, die de gebeden verhoort, komen alle stervelingen.

Alle stervelingen komen, om zich ter aarde te werpen voor U,

Adonaj.

Zegent Adonaj, gij, Zijne engelen, gij krachtige machten, die Zijn woord volbrengen die luisteren naar Zijn Woord.

Zegent Adonaj, gij, Zijne scharen, Zijne dienaren die Zijn wil volvoeren

Zegent Adonaj, gij al Zijne werken op al de plaatsen, waar

Hij heerst

Zegen Adonaj mijn ziel,

Zegen, mijn ziel, Adonaj, en al mijn ingewanden,

zegent Zijn heilige naam.

Dergelijke lofzangen op Gods verhevenheid gaan bij alle gebeden der Jom Kippoer-liturgie vooraf aan de Seliechoth. In deze Seliechoth, d.w.z. gebeden, waarin de Seliechah, de Goddelijke vergiffenis, behandeld wordt, staan steeds naast elkaar de menselijke begrensdheid en goddelijke onbegrepenheid, waartegenover alle menselijke dwalingen in het niet zinken. Deze onbegrepenheid juist doet ons hopen op vergiffenis, op loutering. Zo luidt het in de eerste Seliechah:

Voorwaar, Uw woorden houden stand in eeuwigheid

Daarop steunen wij, daarmee treden wij voor U,

Gedenk ons tot een goed leven

Wees ons genadig in Uw grote genade.

Goed zijt Gij voor bozen en deugdzamen

Uw hand houdt Gij uitgestrekt, om hen, die terugkeren, te

ontvangen

Want niet verlangt Gij des schuldigen dood...

Gedurende de gehele Jom Kippoerdienst wordt iedere Seliechah gevolgd door een herinnering aan die „Woorden, die in Eeuwigheid stand houden”, n.1. aan de „dertien eigenschappen” van God, die hij aan Mosjé heeft medegedeeld:

Adonaj, God, is barmhartig, vol liefde, lankmoedig, onme-telijk

in genade en waarheid.

Hij bewaart genade voor duizenden, vergeeft zonde, misdaad

en schuld

En loutert.

En dan telkenmale het refrein:

Voorwaar, niet wegens onze deugden durven wij onze smeekbeden voor U uitstorten Maar wegens Uw grote barmhartigheid!

Heer, hoor toch, Heer, vergeef toch, Heer, verneem toch!

Doe en talm niet!

Om Uwentwille, mijn God,

Want Uw naam is genoemd over Uw stad en Uw Volk,

Al streeft de gehele liturgie van Jom Kippoer naar een

57