het tragische verhaal van het menselijk streven naar God en zedelijkheid, en van zijn terugval in de zonde, die zich steeds opnieuw herhaalt.
De legende interpreteert, smeedt de gebeurtenissen volgens de wil van het volk en richt ze op het toekomstideaal. In het droge geraamte van de kroniek, in haar verhalend „hoe”, wordt een verklarend „waarom” geïnterpoleerd. Ieder gebeuren wordt met een practische tendentie ingeschakeld in het systeem, dat door de wil is bepaald. De legende is een historiosophie, die voortkomt uit het hart van het volk. Zoals J. Bergmann terecht opmerkt: „De legende omvat de philosophie van de geschiedenis van het volk. Wat de legende bericht, is diepere waarheid dan de kroniek der feiten, welke weliswaar vertelt van gebeurtenissen, die aan de oppervlakte liggen, maar niets van gebeurtenissen, die zich afspelen in de diepte van het zieleleven. Zo wordt de legende tot een bron van waarheid.”
VI.
In de legende van het oosten kent de wens geen grenzen van logica en natuurwetten. De wens is gericht op het bovenzinlijke, bovenmagische (immers zedelijke) wonder. Dit baant de weg tot de innerlijke daad. De oosterling streeft voorwaarts zonder practische doeleinden. De „held” is het symbool van de bovenmatige lichaamskracht, de „heilige” van het streven naar het bovenzinlijke. De held volbrengt zijn daad door natuurkracht, de heilige door zijn geestelijke en zedelijke geaardheid. De aardse wensen van het sprookje vinden hun verwezenlijking in de natuurwetenschap en de techniek; het zweven in de spheer van het transcendente voert tot de heilige en zedelijke mens, uiteindelijk tot God.
Zo is de legende een door de wil bepaald voorvoelen van de ontwikkeling en haar waarheid is daarom hoger dan de werkelijkheid van het ogenblik. Haar woorden zijn muziek, lichaamloos, onvatbaar, gericht op het meest innerlijke, symbolen van het wezen der dingen, „abstracte” kunst ondanks haar aanschouwelijke middelen.
Om derwille van haar hoge waarheid en van haar levende
en ongekunstelde ziel, verdient de legende erkend te worden
als de meest centrale en waardevolle kunst op het terrein
van het woord. ,,
M. Wiener.
(Enigszins verkort vertaald. Verschenen in „Der Jude” 1919).
Het bovenstaande artikel gaat in op de betekenis van de legende. Het is in deze bundel opgenomen, om aanleiding te geven tot een dieper ingaan op het wezen van de legende.
55