Rosj Hasjanah en Jom Kippoer

Titel
Rosj Hasjanah en Jom Kippoer

Jaar
1940

Overig
Auteurs: Sieg Gitter en Leah Gitter-Neubauer

Pagina's
84



drachten over straat gaan. Bijzonder vallen de Chassidiem op, in hun witte mantels en kniebroeken, met de uit Rusland meegebrachte witte pelsmutsen; en de veelkleurige zijden gewaden van de Boechaarse Joden en hun vrouwen. De laatste hebben prachtige rijkversierde sjoels, waarvan de banken langs de muren staan, zodat aller blikken naar het midden gewend zijn, waar vanaf de almemmor de Thorah wordt voorgelezen.

Op de banken liggen zachte kussens of kleden, waarop men, naar oosters gebruik, zit of ligt.

In alle sephardische gemeenten is het streng verboden tijdens het gebed te spreken; er zingt vaak een prachtig kinderkoor en er heerst steeds een voortreffelijke orde.

Iets dergelijks ziet men bij de Jeminieten, hoewel daar de sjoels veel kleiner en minder rijk zijn.

De mannen laten hun schoenen buiten staan en zitten blootsvoets of in hun kousen op de met kussens bedekte banken.

Ze zingen hun oude gezangen: eigenaardige, Arabisch-aandoende melodieën.

Op Jom-Kippoer geuren hun synagogen heerlijk, daar er steeds opnieuw welriekende bladeren worden neergelegd.

Bij de Asjkenaziem, uit Hongarije en Polen, ziet alles er veel eenvoudiger uit en de dienst maakt er een minder ordelijke indruk. De kinderen mogen tijdens het gebed in sjoel spelen, zowel tussen de banken als vaak ook voor het Aron-Hakodesj.

In een van de bekendste Asjkenazische sjoels ontstond tijdens moesaph een ruzie onder de kinderen, wie „pethie-chah” mocht hebben, zonder dat de ouderen ingrepen.

Zoals op iedere Sjabbath en op alle feestdagen, is er ook op Jom Kippoer dienst bij de klaagmuur.

Als bekend, was de dienst hier jaren lang op de hoge feestdagen een aanleiding tot ongeregeldheden, door de Arabieren uitgelokt. Daarom mag een Aron-Hakodesj tegenwoordig alleen op deze ene dag tegen de muur worden geplaatst, maar verdere benodigdheden voor de dienst, zelfs stoelen, mogen niet worden gebruikt.

Het is gewoonte, dat velen, die in andere synagogen bidden, voor het Neïlah-gebed naar de klaagmuur gaan.

De ruimte daarvoor is overvol, men ziet Joden uit alle landen, alle mogelijke typen en klederdrachten, ook veel niet-orthodoxen, in het bijzonder Chaloetsiem. Daarnaast echter talrijke politieagenten in uniform.

Mocht iemand het wagen volgens de traditie aan het

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.