Elloel Hebron, maar ook vele anderen uit het hele land en talrijke vreemdelingen.
Eerst komt op de weg voor Bethlehem het eenvoudige bouwwrerk, dat aan onze aartsmoeder Rachel is gewijd, ofschoon het niet zeker is, dat dit werkelijk haar graf is. Het is de enige heilige plaats in het land, die aan de Joden zelf toebehoort.
Er branden lampen en er worden gebeden gezegd uit naam van Joden uit alle landen.
Want ook heden is Rachel nog aller moeder.
In Hebron, waar nu nog maar heel weinig Joden wonen, bezoekt men de spelonk Machpelah en het kewer achiem, de rij graven der acht-en-vijftig, die bij de onlusten in 1929 gedood werden. Het zijn eenvoudige, onbewerkte stenen platen op een heuvel. Zij geven de plaatsen aan, waar de rabbijnen en hun leerlingen, afkomstig van de beroemde Slobodkoër Jesjiwah (die naar Hebron verplaatst was), begraven zijn.
In de spelonk Machpelah mogen de Joden al sedert eeuwen niet meer komen. Ieder, die verder dan de toege-stane zeven stappen naar binnen treedt, wordt door een Arabischen bewaker teruggedreven.
Vooral Sefardiem treft men hier, die hun familie, vaak tot de zuigelingen toe, meebrengen. Ze steken munten en waardevolle voorwerpen in de spleten van de muren; een gewoonte, die met de eigenlijke betekenis van het bezoek aan het graf, niets te maken heeft.
Op Rosj-Hasjanah en de dag voor Jom-Kippoer, bezoeken alle Joden de Kothel Maarawie — de Klaagmuur. Sefardiem met Asjkenaziem, Chassidiem, Boechaarse en Jemenietische Joden ziet men vaak in hetzelfde minjan, allen, ook de vrouwen, in hun eigenaardige klederdrachten, zodat, in het bijzonder op Rosj-Hasjanah, de overvolle ruimte voor de Klaagmuur een kleurrijk beeld levert.
In Jeruzalem vindt men wel zeer vele kleine, maar eigenlijk nauwelijks een grote synagoge, met uitzondering van de Choerwah, de oude synagoge, in de Jodenstraat van de oude stad, die echter meer door touristen, dan door sjoelgangers wordt bezocht.
Er is zelfs een straat, die alleen maar uit sjoeltjes bestaat, en waar iedere avond luid om den tienden man voor minjan geroepen wordt, ofschoon er dan vaak pas twee of drie mannen bijeen zijn.
Op Rosj-Hasjanah en Jom-Kippoer bieden de straten van Jeruzalem een buitengewoon feestelijke aanblik .
Overal ziet men de mensen in hun verschillende kleder-
38