Rosj Hasjanah en Jom Kippoer

Titel
Rosj Hasjanah en Jom Kippoer

Jaar
1940

Overig
Auteurs: Sieg Gitter en Leah Gitter-Neubauer

Pagina's
84



Dit gebed eindigt met de vurige wens, dat God het verbond gedenke, dat Hij met het Joodse volk gesloten heeft.

In de Sjofaroth wordt gewezen op de ontroerende en vermanende kracht van de Sjofartonen, die bij de Openbaring op de Sinaj hebben geklonken en die eens weer zullen klinken, als Jisraeel terugkeert naar zijn vaderland. De Sjofar luidt de komst van de Masjieach in. Iedereen hoort als het ware deze komst reeds op Rosj Hasjanah, het feest, dat in zijn reinheid de weg naar de Masjieach baant.

In een wolk van heerlijkheid zijt Gij verschenen Voor Uw heilig volk, om tot hen te spreken.

Van de hemel hoorden zij Uw stem

En in nevelen van reinheid hebben zij U gezien...

Toen Gij, Koning, U op de Sinaj openbaarde,

Om Uw volk de Leer te leren...

Met donder en bliksem zijt Gij hen verschenen

En bij het geluid van de Sjofar hebt Gij U geopenbaard.

Zoals in de Thorah staat:

Het geluid van de Sjofar werd steeds sterker,

Mosje sprak En God antwoordde...

En heel het volk zag de donder en de vlammen En het geluid van de Sjofar en de rokende berg En zij deinsden terug en stonden ver af-..

En er staat:

Op die dag zal op de grote Sjofar geblazen worden En de verdwaalden in Asjoer en de verstotenen in

Mitsrajiem zullen wederkeren, En zij zullen zich nederwerpen voor God Op de heilige berg in Jerusalem.

Tussenstukken van veel kleinere omvang zijn „Zochrejnoe Lachajiem” e.d. Zij zijn ingevoegd op plaatsen, waar in het gebed geen andere invoegsels door de traditie ooit geduld zijn; zij werden na uitvoerige discussies in het gebed opgenomen wegens hun belangrijkheid. Zij vormen een bede, om ingeschreven te worden in het boek der levenden, en een verheerlijking van God, die zulks vermag. Zij blijven gehandhaafd van Rosj Hasjanah tot en met Jom Kippoer.

Een gebed, dat eveneens in deze tien dagen telkens terugkeert, is het „Awienoe Malkejnoe”. Oorspronkelijk vinden wij dit als een kort gebed, dat Rabbi Akiba eens op een vastendag had uitgesproken, welke was afgekondigd wegens het uitblijven van de regen.

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.