EDAM
KAMPEN
AMSTERDAM
LUNTEREN
BILTHOVEN
WEESP
H. AKKERMAN F. H. DE JONG
Zr. S. WAGENAAR
Mej. P. BAARDA
Mevr. J. F. MAASSEN—BROERE
Dr. Ir. J. H. UHLENBROEK
Ds. Kater voor de V.P.R.O.
Op 17 October 1953 sprak 's avonds van 19.55 tot 20.00 uur voor de V.P.R.O. (Vrijzinnig Protestantsche Radio Omroep) in de rubriek „Deze Week” Ds. H. J. Kater over de twee verdwenen kinderen. Zijn toespraak luidde:
„Deze week, luisteraars, werd er door een groep Doopsgezinden een open brief gericht aan de Aartsbisschop van Utrecht. Hierdoor werd een zaak in de openbaarheid gebracht, die al geruime tijd in allerlei kringen een punt van gesprek en van zorg uitmaakte, de zaak Anneke Beekman.
Anneke Beekman is een Joods meisje, wier ouders door de Nazi's zijn vermoord. Anneke zelf wist te ontkomen en werd verder opgevoed door 2 Hiiversumse dames. Aan de toewijding van deze dames behoeft niet getwijfeld te worden, maar toch droeg op een gegeven ogenblik de rechtbank de voogdij over aan de Joodse voogdijvereniging „Le-Ezrath Ha-Jeled" (d.i. „Tot Hulp van het Kind"), opdat dit meisje zou kunnen worden opgevoed in de lijn, in de traditie van de ouders. Dit is immers een algemeen aanvaarde pië-teitspiicht, dat men bij de opvoeding van een kind zoveel mogelijk rekening houdt met de wensen van de gestorven ouders.
Vlak na deze uitspraak van de rechter is dit meisje echter verdwenen. Men heeft het dus opnieuw laten onderduiken. Om dit te begrijpen, moet U weten, dat deze dames beiden Rooms-Katholiek zijn. Als U zich dan herinnert, dat zulke dingen veel vaker zijn voorgekomen (ook Frankrijk had zijn geruchtmakende zaak), dan moet U wel tot de conclusie komen, dat er blijkbaar Rooms-Katholieken zijn, die menen, dat als het gaat om het zieieheil van een mens, alle middelen geoorloofd zijn, ook de onwettige. De aartsbisschop heeft, hierover aangeschreven door de Opperrabbijn Tal, alleen maar gezegd, dat iemand aan de Kaholieke levensovertuiging geen plicht tot achterhouden van een kind behoefde te ontlenen.
55