De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado, Witboek

Beekman en Rebecca Meljado zijn genomen om de kinderen op te sporen en is de minister niet van mening dat de genomen maatregelen zeer onvoldoende zijn?

„9. Is het juist, dat de R.K. aartsbisschop van Utrecht en de andere R.K. instanties hebben geweigerd hun medewerking te verlenen aan het terugbrengen van genoemde kinderen onder het wettig over hen gestelde gezag?

„10. Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, kan de Minister dan mededelen oi de R.K. aartsbisschop van Utrecht dan wel andere R.K. instanties medewerking hebben verleend aan de opsporing van deze kinderen en waaruit deze medewerking heelt bestaan?

„11. Zijn er aanwijzingen, dat Anneke Beekman en Rebecca Meljado zich thans bevinden in een R.K. klooster in België?

„12. Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, zijn er andere aanwijzingen betreffende de huidige verblijfplaats van beide kinderen?

„13. Is de minister bereid al het mogelijke te doen om de beide kinderen op te sporen en hen terug te brengen onder het wettig over hen gestelde gezag?

„14. Is de minister bereid een beroep te doen op de R.K. aartsbisschop van Utrecht om zijn geestelijk gezag te doen gelden, teneinde de kinderen terug te brengen onder het wettig over hen gestelde gezag?

„15. Is de Minister bereid de Tweede Kamer volledig op de hoogte te houden van alle te nemen stappen tot opsporing van Anneke Beekman en Rebecca Meljado?"

Deze vragen werden door mr. Donker, Minister van Justitie, op 4 Mei 1953 als volgt beantwoord:

„1. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord, behoudens dat de bedoelde uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden niet op 25, doch op 26 Februari 1949 heeft plaats gehad.

2.    Het antwoord op deze vraag luidt bevestigend.

3.    De genoemde dames zijn op 12 Maart 1949 in verzekering gesteld; de daaraan aansluitende op hen

45