nen van de Memorie van Antwoord en dit ogenblik, deze zaak opgelost? Ik hoop het van harte, want het kan voor geen enkel kind een belang zijn — en de belangen van die kinderen moeten toch doorslaggevend zijn en daardoor moeten wij ons toch laten leiden — te leven als een kind, dat is ontvoerd.
In April 1953 werden in de Tweede Kamer door mevr. Lips-Odinot de volgende vragen tot de Minister van Justitie gericht:
„1. Is het juist, dat het thans 12-jarige Joodse meisje Anneke Beekman uit Amsterdam, wier ouders door de nazi's werden vermoord, op 25 Februari 1949 verdwenen is uit het huis van de R.K. dames van Moorst aan de Julianalaan te Hilversum, nadat de Hoge Raad op dezelfde dag de voogdij over dit kind had opgedragen aan de commissie oorlogspleegkinderen?
„2. Is het juist, dat het thans 12-jarige Joodse meisje Rebecca Meljado uit Amsterdam, wier ouders door de nazi's werden vermoord, in Mei 1948 voor de derde maal aan het wettig over haar gestelde gezag werd onttrokken door mejuffrouw van Hoogdalen te Heerlen?
„3. Is het juist, dat de dames van Moorst drie weken in voorarrest hebben gezeten?
„4. Is het juist dat mejuffrouw van Hoogdalen zes maanden in voorarrest heeft gezeten?
„5. Is het juist, dat de dames van Moorst en mejuffrouw van Hoogdalen geweigerd hebben en blijven weigeren om de verblijfplaats van beide kinderen aan de opsporingsambtenaren bekend te maken?
„6. Kan de minister mededelen om welke redenen tegen de dames van Moorst en mejuffrouw van Hoogdalen geen strafvervolging is ingesteld ter zake van het onttrekken van minderjarige kinderen aan het wettig over hen gestelde gezag?
„7. Is het de Minister bekend, dat de opperrabbijn al op 1 April 1949 telegrafisch aan de Minister van Justitie verzocht heeft Anneke Beekman en Rebecca Meljado te doen opsporen?
„8. Kan de Minister mededelen welke maatregelen er sedert de eerste verdwijning van Anneke
44