De verdwijning van Anneke Beekman en Rebecca Meljado, Witboek

De dames van MOORST weigeren hun medewerking te verlenen.

Het onderzoek in deze kwestie duurt voort.

De Commissaris van Politie w.g. onleesbaar."

Op 16 November 1950 werd ANNA HENRIETTE BEEKMAN van het Bevolkingsregister der Gemeente Hilversum afgevoerd wegens vertrek Onbekend Waarheen en sedertdien niet weer in een Nederlands Bevolkingsregister opgenomen.

In November 1950 vernam de Stichting „Le-Ezrath Ha-Jeled", dat mej. Geertruida M. van Moorst met een zekere Langedijk getrouwd is en naar de Koninginneweg 43 te Hilversum is verhuisd.

Medegedeeld werd, dat mevr. Langedijk-van Moorst zich opnieuw tot de Officier van Justitie had gewend met het verzoek te bevorderen, dat het kind bij haar blijven kon. De Officier zou hierop geantwoord hebben, dat zij de onhoudbare toestand zelf beëindigen kon doordat zij het kind weer liet opduiken.

Mevr. Langedijk zou hierop met een uitvoerig ontwijkend schrijven geantwoord hebben.

Op 9 Januari 1951 kwam de politie te Hilversum weer op de aangelegenheid terug en schreef:

„In aansluiting op mijn brief van 28 Juli 1950, bericht ik U, dat ook de pogingen in het najaar van 1950 ondernomen, tot opsporing van ANNA BEEKMAN, zonder resultaat zijn gebleven.

Het onderzoek in deze kwestie duurt voort.

w.g. De Commissaris (Onleesbaar)"

In het begin van 1951 werd de Stichting „Le-Ezrath Ha— Jeled" benaderd door een tussenpersoon volgens welke de dames v. Moorst bereid zouden zijn het kind onder bepaalde condities op te laten duiken.

„Le-Ezrath Ha-Jeled" stelde zich toen schriftelijk met de dames v. Moorst in verbinding; een in deze aangelegenheid door „Le-Ezrath Ha-Jeled” tot de dames gerichte brief werd echter geweigerd.

In April en Mei 1951 vonden verschillende besprekingen met de Officier van Justitie te Amsterdam plaats waarbij bleek, dat de nasporingen van de autoriteiten geen succes gehad hebben.

34