inleidende verzoekschrift met de daarop door de Rechtbank gestelde beschikking bij Uw Hol in appèl komt-,
dat appellante verwijst naar den inhoud van het inleidende verzoekschrift en de beschikking a quo, alsmede naar den inhoud van de processen verbaal van het verhandelde ter zitting;
dat appellante zeil in eersten aanleg in haar hoedanigheid van achternicht van moederszijde is gehoord en de aangevallen beschikking tegen haar gevoelen in door de Rechtbank is genomen-, dat de Rechtbank daarbij ook geen rekening heeft gehouden met de gevoelens van de overige familieleden, van wie appellante zich ook thans bij het instellen van het onderhavige appèl de tolk weet; dat door appellante verzocht was, de voogdij over de ten deze bedoelde minderjarige op te dragen aan den heer L. van Dijk, Rochussenstraat 267b te Rotterdam en de toeziende voogdij aan Mejuffrouw Sara v. d. Sluis;
dat door de Commissie voor Oorlogspleegkinderen aan de Rechtbank het verzoek is gedaan, de voogdij op te dragen aan haarzelve en de toeziende voogdij aan Mejuffrouw Sara v. d. Sluis; dat appellante zich erover beklaagt, dat de Rechtbank tot de aangevallen beschikking is gekomen o.a. op grond van de overweging, dat de Rechtbank niet de overtuiging zou hebben gekregen, dat de ouders van de minderjarige orthodox waren; dat, daargelaten, dat zulks naar de bescheiden mening van appellante op zichzelf geen gewicht in de schaal kan leggen, vermits de verbondenheid van bedoelde ouders met het Jodendom niet slechts kan blijken uit de omstandigheid, of zij al dan niet orthodox waren (ofwel al dan niet orthoprax waren), in casu op grond van de daaromtrent reeds in eerste instantie overgelegde verklaringen en aan de Rechtbank ook door getuigen gedane mededelingen duidelijk is komen vast te staan, dat de ouders van de minderjarige zeer bewust levende Joden zijn geweest, die met hart en ziel het Jodendom waren toegedaan; dat, wat daarvan ook moge zijn, door de in prima overgelegde stukken vaststaat, dat de ouders van Anna Henriette Beekman op 9 Mei 1940 contribuerend lid waren van de Joodse Gemeente te Amsterdam, dat hun huwelijk kerkelijk is ingezegend en dat
15