Auschwitz, deel 1, Het Dodenboek van Auschwitz

Titel
Auschwitz, deel 1, Het Dodenboek van Auschwitz

Jaar
1947

Overig
Uitgegeven door Het Nederlandsche Roode Kruis

Pagina's
24



Duitsland aan de voor de overledenen bevoegde „Standesamter", maar in de regel hadden die niet op Joden betrekking. Soms schreven de burgemeesters, van Leipzig b.v., terug, dat er een vergissing moest zijn begaan in het desbetreffende overlijdens-nummer, omdat een zo kleine gemeente als Auschwitz niet zo’n hoog nummer van sterfgevallen kon hebben. Derhalve is men in Auschwitz met een code-nummer begonnen, om het aantal sterfgevallen te camoufleren.

In de „Sterbebücher” zijn niet alleen Joden ingeschreven, maar ook niet-Joden. Waren dat Rijksduitsers, dan meestal beroepsmisdadigers of zware politieke gevallen; waren het Polen, dan grotendeels politieke gevallen.

De ingeschreven doodsoorzaken waren meestal fictief. De Joden, die eerst in het kamp waren opgenomen en later werden vergast, werden in een bijzondere kartotheek geplaatst (opgeborgen op de politieke afdeling en gekenmerkt met ,,S.B.” = Sonderbehandlung), wat betekende: vergast. Deze kartotheek werd van tijd tot tijd vernietigd.

In de „Sterbebücher’’ werden slechts dan Joden als overleden ingeschreven, als zij op een bijzondere wijze waren gestorven, b.v. doodgeschoten, of met een speciaal dossier om een bijzondere reden in het kamp waren gekomen.

Van de sterfgevallen mochten er niet meer dan gemiddeld 300 per dag afgewerkt en ingeschreven worden; wat overbleef werd over een later tijdvak verdeeld. Van 1 Maart 1943 af werden de Joden in den regel niet meer ingeschreven. Tot 1945 zijn 180.000 mensen als overleden ingeschreven, maar in werkelijkheid zijn er veel meer overleden. Getuige is getatoueerd met nr 10084. Getatoueerd werden alleen die mensen, die na de selectie bij aankomst der deportatietreinen voor werk in het kamp werden opgenomen en daar geregistreerd.

De onmiddellijk voor vergassing geselecteerde mensen werden niet getatoueerd en niet geregistreerd. De „Standesbeamte", die in het Sterbebuch Band 22 zijn handtekening zette, heette Quackernack. Bij de selectie was de leeftijdsgrens zelden boven de 30 jaar. Is b.v. uit de treinen van 7 en 14 September 1942 in het Sterbebuch een aantal mannen boven de 50 jaar ingeschreven, zo verandert dit niets aan de bovenvermelde regel. Misschien is er een oudere man bij vergissing doorgelaten of had hij zich opgegeven als niet-Jood; ook kwamen de treinen meestal 's nachts aan, zodat het uiterlijk van de een of ander misleidde: soms was de gaskamer overbelast, zodat eerst nog een aantal mensen in het kamp moest worden opgenomen, die niet voor werk geschikt en bestemd waren. Hoe dan ook. al deze mensen werden dan enkele dagen later vergast of zij bezweken spoedig bij het harde buitenwerk. Bij het tatoueren zijn vrouwen en mannen afzonderlijk getatoueerd, zodat de nummers van de vrouwen niet aansluiten aan die van de mannen. Maar van elke trein werden de mensen, die in het kamp kwamen, met op elkaar volgende nummers getatoueerd".

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.