79
— Wat blijwe die bakke toch uit!... gro ga jij nogges vrage beneje of we zelf effe de magge hale... wat dat duurt bewounes !
— Darre, darre za je! — treiterde Swarth
— Darre ?.. steek de moord, ik mot afmal waarachtegeschot... Voorwat sjnurkt ie zoo toen zich in veinzende nieuwsgierigheid naar Monsdorff draaiend, vroeg ie met gemaakte c
— Hê je al gewoge hoeveel kappies 1 persente ?. . . ik heb wel 'n sraaltje . . . dan ka; nom .. . hou je sjmoel voor de baas, weetje
Monsdorff, die aan z'n verzwollen hazeli{)) zenuwtrekjes, met oogen half dicht, zacht ui en z'n verlies, liet 'm billen.
Toen werd Lepper woedend dat ie hènfi antwoordde.
— Zeg, meneer Monsdorff, versta je me 'n hontt ?.. . nögg! . ..
— K - k - k - kies m ־ m - m... me - me...
— Zing jij maar, zing jij maar! — lolde Le lijk nijdig wegloopend naar z'n groepje, met dat de hazelip zéker gedaan had.
— Hij hét wel tien persent te min! —lachte wijduit betoogend, — bij goddallemachtig,.. blijwe, jullie zalle zien dat ie af het, dat ple
— Hoe kejje daar zoo'n plezier van hebt Bleekman, vooruit al schuwig voor 'n grooten
— Hij is goetth!... mijn öök 'n zorg of weragterresgot mijn niet de kaas vamme brood
met 'n hoop bakken 3), kin, heel voorzichtig,
bovenuit — de bakke 'm heen met getrek,
gouên lorgnet kijkend, pers van Jakoppie af.
Lepper druk met z'n handen onder Bleekmar
— Bréék mijn kop, laat 'm. Oj, wat wi deunde Bleekman verwijtend terug.
Plotseling kwam Jakoppie, 't leerjongetje, laag tegen z'n buikie, opgestapeld tot aan z'r stap voor stap den winkel in.
— Annéme! —■ piepte z'n stem 'r benauwd Allen stormden op 'm aan; 'n gedrang om
geduw en gegrijp, ieder naar z'n bak.
Louis Zeelt, 'n jonge knecht, scherp achter 'n duwde met ruwe stooten 'n paar gulzige gri;
unde Lepper. Jakoppie. bakke uit de brandkas
Luizen.
:e, morrege is jontef... lang, de baas? — en den angst-doodzweeter eelneming in z'n stem: ) je hèt, en hoeveel je wége ... maar adde-addewe doen ?... stond te plukken, in tjrekenend z'n persenten
, eersten knecht, niet
niet? . .. spreek 'k mit
Wi
:pper terug, toch inner-wellust-pret vertellend
ie hoog, met handen zal ik daar dood staan gish. .. e? — vroeg 'm zacht
mond. ie blijft of niet; hij zal 1 ete .. . maar dat pesh-ponem 2) het zoo'n praats! ... op wat? addenöm op wa-at? — lawaaide
ns neus.
i-je van 'm? — zang-