Levensgang, eerste deel

Titel
Levensgang, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
212



i44

de deur naar de tafel, angstig half, dat z'm zouên vragen waar ie heen ging. Maar eruit wou ie, eruit, loopen ergens, 't kwam er niks opan waar, als ie maar lucht kreeg.

't Stonk vreeselijk in 't krotje, de lucht was er te snijên, met 't klein-gloeiende, paffende kacheltje achter en den peststank vóór. Hij wou wel op 't donkere plaatsje staan, middenin, onbewegelijk tusschen de tobbes, onder de regenklettering.

Plots liep ie naar de deur, in flauw ״gedag״-geroep 't gangetje doorhollend.

Eruit was ie goddank,. .. lucht,... lucht!

DERDE HOOFDSTUK.

1 Half tien sloeg 't net. 'n Blauwig-donkere mist dreef over stillen kant van Rembrandtsplein. 't Plantsoen vaagde in donker gewolk van boomen, waarvan takken soms in grilgrepen door den hangenden mitsnevel uitpuntten. Uit de lantaarns kringden, in zwart-goud gevlerk, groote lichtcirkels om 't week-blauw teêre van mistwaas, als bewogen door erin deinenden, vreemden vogel, die opjoeg, in sidderenden wiekslag, glans-kransen door de nevelsfeer. Achter de verdonkerde boomgroepen schitterde de elektrische ״Mast"lamp, onder paars-betrilden kroonboog, als reusachtig bemelkte parel, koel lichtend door den nevel in vloeiende lila-omschijnselen; als diep-kleurige goudvischkom, met erin, 't allerfijnste lichtgezwem van paradijs-betinte vischjes, wègsmeltend in kleurbloed. 'n Lichtkriebeling wemelde in de koel begloeide reuzeparel, waaruit schuifelde, in zilveren brand, koud neersneeuwend over 't voorplein, violet gestraal, hitteloos 't nevelwaas doorpriemend.

Eronder starde 't bewasemde ruitengeschemer van Mast, drijvend en flakkerend in avonddonkering als geheim aquarium, waarachter gouden gaslichtflikkeringen ineenschoven als dansend vlammetjesgordijn door den elektrischen nevel vóór, schaduwend café-beweeg om-rompend.

Overal zware wegzakking van huizengeblok, wegdoezelend in paarse mistdiepte. Alleen onder de bemelkte parel, de smeltende goudvischkom, uitstraling van ragge boogschaduwen, zacht-kartelend afdak van sneeuwlicht, dat vaag, in stil-zwevend gevlak, neerdwarrelde in dampend lichtgegolf, boven violette duistering.

Dieper achter de waseming der licht-schitterende caféruiten, die vibreerden in mist als zacht-bekraste vitrails, waarop fijn teeken-geweef van beglinsterd zeepschuim schommelend open- en dichtbeefde in lichtgeflakker; achter de gouden trilling van gloeikroonlicht in 't klotsend aquarium, spoten de lichtkolommen als spiralen dooréén, spelend, in gassig, goud-rossig-rood, met 't melk-blauw sneeuwend elektriek. Eene lichtworsteling was er, onder de uit den hemel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.