Levensgang, eerste deel

Titel
Levensgang, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
212



i33

vergeten voor ^andere menschen, voor eigen vasthou aan dingen die je dacht? ÜZou hij ook de ruwe klauwscheuren van vijanden zoo zacht hebben geweerd uit 't floers van z'n ziel ? j

Daar kwam weer die hitsende wilde levensdrang in 'm uitbarsten, die geweldige prikkelende streefzucht naar ontwikkeling, naar voelen, begrijpen. Gauw had ie leeren inzien dat ie niks wist. Z'n beetje schoolkennis was verward weggerafeld achter de toestandjes van z'n vak en 't afmattend heen-en-weergesloof van allerlei vuile vernederende boodschappen-dienstjes. ^ Alleen twee gevoelens waren rechtop in 'm blijven staan: gloeiende geesdrift voor dingen die ie liefhad, en menschelijke eigenwaarde.! Dat voelde ie bij alles, kwam altijd uit. Krenkingen, hoonend woord-gesar kon ie niet verdragen... van niemand. Diep, diep pijnigde 'm de gemeene pret van z'n baas, de spot op z'n oogkwaal, van Liesje die 'm besmet had, en de vuile leugens, beest-grappen en smeerlapperijen van de knechts onder elkaar.

Z'n ziel was nog vol van onbewuste jeugd-poëzie, overdauwd met de herinneringen aan 't kleur-felle, 't chaotisch-stuttend, opstapelend grillige van z'n fantazie-gestoei, dat 'm zoo vreemd, zoo diep had laten ademen in 'n wereld van prachtschijn. : Telkens nu smolt in z'n ziel 'n kleur wèg uit die onwezenlijke toover-wereld; heel langzaam brokkelden in 'm af de grillige groeiselen van angst-pracht-zienigen, doezelden vaag uit, vizioenen en droompjes, die ie in z'n jeugd zoo sterk verwerkelijkt had.

In tijen had ie niets meer gevoeld zooals in z'n jeugd, meende ie. Dat leven lag achter 'm als een wéggedreven wereld in zon- en lichtfonkeling, in iets eindeloos blij-jongs en vols.

Bij 'n paar gekleurde plaatjes van Alpen die ie laatst eens gezien had, was er even weer zoo'n geluksschok van vroeger door 'm gegaan. Dat prachtige blauw van de lucht, dat diepe, volle gekleur, dat 'm zoo ontroerde, en die ontzettende zwaai van 'n arend erop, had 'm vreeselijk gepakt, Als golvende dampgordijntjes, betrild door onzichtbaar windgeween, zoo was hem de vreemd-grilpuntige alpenlucht voorgejtooverd, éven in vloeiend violet geschakel van de verijlde bergwazen,Iets raars was 'r weer in 'm gebeurd, iets wat ie in z'n kind-jeugd alleen hadJ Het plaatje had ie even aangekeken, in z'n kop opgenomen en toen, de lucht instarend, was 't plots voor 'm uitgestort, dat spel van a 1 't werkelijk geziene weer terugdroomend in 't mateloos hemelruim. Daar had ie 't weer gevoeld, dat wègzinken uit de wereld van 't gewone, dat heelemaal oplossen in vreemde, drukkend-angstige klemgevoelens, dat zien van dingen in de lucht, die 'm bang en raar maakten, verlegen om z'n eigen malheid.

Eerst had ie er even vreeselijk van genoten, want zóo, nèt zoo was 't vroeger gegaan. Gloeiend van binnen, met blijdschapsrukken ergens bij z'n hart, heelemaal weg in z'n kijk, open droomend de geweldige lichtkoepeling in, waar ie dan alles voor 'm zag gebeuren in kleurgolven en -lijnen, nog duizend maal mooier dan op de plaatjes.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.