Levensgang, eerste deel

Titel
Levensgang, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
212



i28

de smeris, allemaal, allemaal!____Walgen van zich-zelf deed ie. Nou,

ineens, voelde ie 'tweer in'm, na dien geur, die jubel-klatering van geestdrift. Waar ie was of kwam, zou ie weer 'nheld zijn of worden.) Hij zou laten zien dat ie moed had. Toen was de tijd gekomen van* zichzelf inpraten dat ie op de fabriek ook wel zou leeren, wel heel wat anders dan ie wilde, maar toch leeren. Toch had ie in z'n angstverbeelding, als 't 'm daar op de fabriek niet beviel, gedacht aan wegloopen, naar Australië of Egypte, waar ie den weg wel wist. Hij zag zich al zitten op 'n paard, met allerlei kleursjalen om, als 'n Arabier of Bedouien, al kon ie nog maar niet begrijpen waar en van wien ie tegen dien tijd 'n paard zou koopen. jJVIet 'n överborrelende ziel, vol gistende overspanning, gekleurd met 't verre en vage gestoei van denkbeeldjes en fantazietjes, dringend voorbij de grenzen van z'n gloeiende kinderverbeelding, in een krioelende wemeling van gestalten, uit 'n wereld van warme diepe teerheid, ademend en spelend onder 't licht van zijn egoïstisch kin-dergedroom, was ie plots gestort in de zwarte grijnzing, de dreunende wereld van fabrieksbeweegT]Ze hadden 'm toen geplaatst als leer-en loopjongen bij baas SmicFt, in een beestachtige omgeving van proletariërs die zich voor hem uitstortten in de rauwste begeerten van hun doen.

Vijf jaar was ie er nu. Z'n baas had 'm als jongetje gekregen, en bleef altijd 't jongetje in 'm zien. Voor z'n vijfjaar groei was ie blind. Heel het denken en voelen van Hein liet 'm hard als steen. Hein had zelf gemerkt dat de egoïstische uitingen, de wreede sarrende hardheid van z'n baas zoo vèr gingen, dat ie soms niet eens 'n levend wezen in 'm zag. Hij moest voor hèm leeren, voor hèm loopen, voor hèm zijn, heelemaal werkend in zijn voordeel en niets anders. Daarom had Smidt alléén den ״slungel" genomen. Smidt had gezien, dat ie misschien 'n goeien in-kruis-slijper van'm kon maken, en zoo was ie 'm, als half werkman, beginnen af te richten en te exploiteeren, alleen maar om direkte uitzuigerij, er koud voor blijvend, dat Hein, door z'n uitzuigingsmanie maar eeuwig 'n stukwerkman zou blijven. Hein zelf had dat ook gevoeld. Geweldig was in hem de afschuw voor z'n baas, maar toch durfde ie nog niets doen om z'n moeder; die rekende zoo schrikkelijk op z'n wekelijksche duiten. Erger had Rozalie 'm onder den duim. Die woonde tien minuten van de Braak. Ze gingen altijd uit de fabriek samen naar huis.pp 't kokende fantazie gegolf van Hein's gedenk, giftte Rozalie z'n ziedend cynisme uit]Toch raakte ie nooit diep de gemoedskern van Hein. Wel bracht ie opstandingen in 'm, tegen alles, maar ook voelde Hein, hoe weinig ie eigenlijk afwist van al de dingen waarover Rozalie 'm sprak; dat ie in alles overdreef, dat ie door vurigen haat opgegloeid was, en dat ie van z'n eigen kameraden niet kon houên. Door een soms nuchtere kritiek tegen 'n gemoedsuiting, even hévig als de zijne, maar van een heel andere stuwing, ontdekte ie, zonder dat ie zelf goed begreep hoe ie 't lapte, allerlei botsingen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.