Levensgang, eerste deel

Titel
Levensgang, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
212



15

Een hooge lachwaterval; een schril-chaotische stem-uitscheuring over de heele werkersrij, overgolvend het stampend gesnik van mortier en zuchtend sidderend gezuig der machines.

— Ope lucht, ope lucht!.... krijschten ze allen,____ stoppim op

't sekreeêeet!....

— De dokter hèt 't gezeit! — lolde Greling dierlijk driftiger voort, in solo-aangeving van het refrein.. ..

— Ope lucht, ope lucht! donderde weer over de heele rij.

— Ga mit je kont 't raam uit zitte! — grinnikte 'n versteller naast Greling, dan hei je lucht!.. . .

— Mit je kont uit 't raam! — weergalmde 't in huil-zang heet-spottend om Smidt heen.

Ingehouën-woedend lachte hij mee; heel zijn intiem gesprek zag ie rondgesleurd langs alle molens; met 'n antwoord al klaar op de lippen, in vreeselijk gebeef van z'n bleeke neusvleugels, wachtte ie tot de stemmenwaterval over 'm heengebulderd had.

— Wat 'n tuig toch! — klonk 't plots, na 'n stille verademing van 'n paar sekonden, uit den mond van 'n vuurrood klein slijpertje, wat 'n tuig toch, om mit alles te spotte.

Stemmenstilte was er gekomen. Het somber machiengezang zoog weer door de ruimte. Voort ging 't slijpertje Rozalie:

— Als jelui nou begrijpe zouê, dat die dokter eigelik gelijk hèt, en dat 't èrg goed voor Smidt zou zijn zich niet zoo in te spanne, dan zou jelui eerder de verrotte, verrotte maatschappij vervloeke, dan hèm uit te jouwe!... die maatschappij waarin we leve, en die ons hier en overal zoo uitzuigt.

De rijen barstten weer open, verward gekrijsch door-elkaar, één er bovenuit:

— Steek de sodemieter-moord, daar hei je die verneukte arnar-chist!... hei, Montetuli, moet je óók op 't sekreet ?

— Montetuli! — gilde spottend de roode Rozalie terug, jelui bint zulke osse, dat je niet eens z'n naam behoorlik uitspreke kan____

— Montetuli, rooie!... op 't sekrrreeet!... — en in koor galmde hoog een valsch-vlij mende, klank-uitscheurende kreetzang, met zwaar dreunend sarrend refrein: 't rooie Rozalietje op 't sekrrréet____

De heeler slijperij kotste uit 't refrein, met er doorheen, geklank van schelfluitend lawaai en uittartend hoongelach. Rozalie zweeg, loerde stil op zijn schijf, vol pijnlijke wroktrekken, z'n voet tegen de bank in nerveuze ingetoomde woede snel schuddend. Snorrend vloog z'n schijf rond, in luchtverkoeling om zich heen blazend, met harder dreun en pieperiger vlijm-gekras dan de andere schijven. Een lichte siddering ging er door heel de molenbank. Ze hadden 't plots gevoeld.

— Hè rooie, je schijf zit los, je pokhout, sla uit, 't dreunt rooie!

Ook hij voelde 't nu. Plots greep ie kwaadaardig de invaart-gang

wentelende schijf, met z'n hand stevig den stang omklemmend, tot ie gedwongen stilstond; toen werd de asriem afgegooid uit 't vettige oliegeglim van 't rad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.