verzamelde gedichten.
halen. En toch,.. mét deze wetenschap, blijft hij u een groot dichter? En ik zeg met volheid des harten: ja! Want zoo men bij Verwey een soms vernietigende ontleding kan aanbrengen omtrent taal, stijl, beeldspraak en
het diepere van het vers-wezen,____ik zeg u, men kan
het bij Kloos, Boutens, Gorter met evenveel gemak.
Ook in dezen bundel staan rarigheidjes, waarmee gedold kan worden. Wat is echter de diepere geest van Verwey? Leg ik mij deze vraag voor, dan zeg ik: — o Adama van Scheltema, wend u af, en gij Herman Poort, wil niet verder lezen! — Verwey is een vaak zeer diep en diepzinnig levend mensch, dichter en wijsgeer. Hij heeft een voor groote geesteswetten uiterst gevoelige en levendige verbeelding. Laat zijn poëzie niet altijd de ontroering, de zielsbewogenheid tot kern hebben, en meer uitsluitend door de geestelijke beweegkracht van zijn voorstellingen beheerscht zijn, die voorstellingen en verbeeldingen wekken toch vaak groote schoonheids-emotie en zijn zelve geschapen door innerlijke schoonheids-ontroering. Verwey heeft iets, dat velen dor en droog en verstandelijk noemen. Ik stem toe, hij kan droog en gewrongen zijn. Maar meer, o oneindig meer keeren is hij zeer zangerig, zeer rijk en diep en prachtig van evocatieve macht. Hij voelt dramatisch de levensbotsingen en hij laat dit dramatische sentiment in zijn beeld, zijn klank-beeld, zijn woord en rhythme, vaak zeer schoon leven. Zijn stijlmiddelen zijn dikwijls die van een groot dichter. Zijn woordschikking, ook in zijn proza, heeft iets geheel eigens. Hij heeft een zekere hooge rust, eenschooneen rijke kalmte en een naar het verhevene neigende beeldende kracht soms. — Zijn zinbouw mag zekere gelijktonig-heid bezitten, aan den anderen kant.... hoe uiterst fijn taalgehoor heeft hij, welk een weinig falend taalgevoel.
Zelfs in de keus der woordsoorten is Verwey geheel zich zelf, en van een bepaald plan uit gezien lijkt hij
92