€4 ״AFWIJKINGEN."
als eiken avond mijn brekende oogen.... En ziet:
veertien levende jongen heeft ze waarachtig":......
Ziedaar het bijna ironische slot, dat ieder ook symbolisch kan noemen, en waaruit een iegelijk zijn gevolgtrekkingen mag maken, van dit gedragene lyrische woord van een stervend man. Een vermenigvuldigings-
ideaal van zeug-kant geinspireerd,____nieuwe druiven
naar ouden wijn gebracht. — De taal is bijbelsch van rhythmus, van klankbeeld, van vergelijk״
Het lijkt een rhetorisch gestelde reeks, wél overwogen, door het hoogere verstand en inzicht geordende beelden, in waarheid is het een innig, gevoels-fijn woord, van een mijmerend-wijs mensch, die in de afwijking het normale levens-bewustzijn vasthoudt. Het is wel een genot, deze koelgestelde, koel-bijeen-gezongen woorden en beelden, din hevig-doorleefde en pijnlijk-vlijmende tale en gelijkenis, te keuren, met het hart en de zinnen. Want ik schreef het nog onlangs, Karei van de Woestyne werd een der hoogst belangwekkende personages van onze hedendaagsche letteren. Zijn werk is niet alleen literair van groote beteekenis, ook hij zelf lijkt meer dan eenig ander Vlaming, voor de cultuur en zijn invloed daarop, een groote figuur, ondanks de geheimzinnige fijnheid in zijn woord, en het schuwe, teruggetrokken-vereenzaamde van zijn gemijmer en zijn zoet beeldenspel.
Soms kan zijn zin, zijn beeld, iets hypnotisch, iets vreemd verwrongens hebben, iets ontstellends, dat uit de innerlijkheid van het gevoel is opgegroeid. Soms iets zeer ingewikkelds en maar zelden felle onjuistheden of onzuivere verklankingen gevend.
Zwaar en ontoegankelijk voor het nuchtere woordbegrip is stellig zulk een opzet:
„Kort galmend, zonder na-schal of eenig doortrillen, als knallen luid maar onbeantwoord van een zweepslag, en 't schoone rijke barsten eener eenzame klok, doch in 't eenig geluid al daadlijk gesmoord: — om mijn ver-