45 DE GELUKKIGE FAMILIE EN EÉN VOOR ÉÉN.
hoef ik Scharten te wijzen op allerlei stijl-potsierlijkheden, het zwakke, dekadente en valsche taalgeknoei, de onleesbare hakkelende zinnen, idiote constructies, gedachten-absurditeiten en beeldende machteloosheid om van te gieren, die in het werk dezer heeren voor het grijpen hggen? Wil ik hiermee nu Robbers' tekortkomingen verdedigen? In zekeren zin wél. Ook ik heb in deze studie al verklaard, dat de voortreffelijkheid van Robbers' werk niet in de eerste plaats leeft in de, op zichzelf stralende schoonheid der uitdrukkingsmiddelen en dat zijn stijl zeer dikwijls geteisterd wordt door tallooze fouten in beeldspraak en beschrijving. Maar tegelijkertijd voeg ik er weer nadrukkelijk bij, dat de groote en zeldzame levensontroering die mij deze boeken hebben gegeven, is opgewekt, uitsluitend door den schrijver Robbers. Hiermee keeren wij weer terug tot het probleem, dat ik hierboven vluchtig aanroerde. Als een auteur een machtig-menschelijk sentiment en een groot-synthetische levensaanvoeling kan uitspreken in een boek d. w. z. in het produkt van een schrijver, dan moet hij ook als schrijver, d. w. z. op eenerlei wijze als woordkunstenaar, groot zijn. En tegelijkertijd raken wij tot de overtuiging, dat wij jaren lang de op zichzelf-staande "schoone" woordkunst, in engeren zin, een veel te onbeperkte en te ingrijpende innerlijke waarde hebben toegekend. Ontwijfelbaar, de enkele woordkunst van Van I/)oy staat, ondanks fouten, gebreken en tekortkomingen, in vele zijner schitterendste eigenschappen en in zijn beeldende macht, vér boven het uitdrukkingsvermogen van Robbers. Maar andersom is er in het menschen-doordringend-levensaanvoelen van Robbers, in de diep-doorgrondelijke psychologie en in de tot het mergtastende karakter-ontleding, door zijn lévend woord
leverde op den stijl van Couperus. Vaak echter zéér onbillijk en van een hoonende, tartende scherpte.