IO DE GELUKKIGE FAMILIE EN EEN VOOR EEN.
het ontzaggelijke, ontbindend-tragische, niet veel gevoeld. Het zal blijken dat de voortreffelijkheid van dit werk volstrekt niet leeft in de pracht en de macht der uitdrukkings-middelen; niet essentieel in de taal, die nog vaak onzuiver, hobbelig, ruw, ongebolsterd is; noch in den stijl, die zeer dikwijls geteisterd wordt door tallooze fouten in beeldspraak en beschrijving, maar allereerst, in het machtig-menschelijke sentiment, de enorm-synthetische levens-aanvoeling. Er ruischt een heerlijke ademtocht door deze boeken, zware en tegelijk innige melancholie, onderstroomend een roe-rend-mooie, beschaduwde levens-vreugd. Daar gaat Jan Croes. In al zijn gesprekken, handelingen, overdenkingen en innerlijke ontroeringen, lijkt hij van een ongeloofelijk-boeiende levens-echtheid. Alles van, aan en in zijn menschelijkheid werd doorschouwd met de fijnst-psychologische perceptie. Teeder is Robbers tegenover hem in zijn ontleding en tegelijk daemonisch, prachtig objectief-hardvochtig in de beschrijving van zijn aftakeling en ondergang, als hoofd van een familie en als groot-industrieel. Gij ziet dezen Croes overal vóór u, met zijn zware, gulle, joviale scherts, zijn Hol-landsch-gemoedelijke innigheid, zijn breeden eenvoud. Hij staat vóór u met zijn hoekig, breedgeschouderd lichaam, zijn ernstigen kop, zijn hand, zenuwachtig-speelsch grabbelend in het wild-springende haar van zijn al grijzenden baard; zijn tintelende lach-oogen achter zijn lorgnet; gij hoort den klank van zijn krachtige stem en zijn prettige praat-gezelligheid. Hij is vroolijk, robust, innemend-hartelijk; model van een zwoeger, model van een huisvader, prompt, eerlijk, rechtvaardig, vol opgewekte en levenslustige ondernemingen____en toch, échter dit alles, zonder dat ge
kunt spreken van een maskeerend bedrog, leeft er een tragisch-eenzame in dezen drukken zakenman, schijnbaar overrompeld door den roes van zijn werk. Naar buiten, voor het oog dei waereld, blijft hij baas ovei