UXIA.
rein-sensueele en innig-smartelijk weemoedige, met haar diepere vrouwehjkheid, het alleen lief-hebbende en liefde-gevende. Daartusschen is kruiswer-king, en onder den druk van excessief gevoel of uitvliegend temperament ontstaat een bijna kijfachtige scherpte in toon en karakteriseering, — of, naar den anderen kant, — een bijna mystieke verheerlijkings-drang van menschelijke schoonheids-dingen. Neem het schelle uit haar werk, het branderige en felkleurige en ge staat voor een zeer hoog gevoelige, moederlijk-bree-de natuur, die werkelijk het Leven in al zijn cosmische geheimen en wonderen poogt te omvatten. Licht uit het boek de teedere, en ge staat voor een spitsige, feministisch-rennende, kopjes-duikelende striemster en verstandelijk-opgeschroefde meening-zegster, die als een intellectueele hobbezak vloekt op het corset en door de waereld draaft met een eeuwigen slomper aan den rok, bewerend dat borstelen oude-wijven-werk is, goed voor kerels zonder fut in het lijf.
Neen, haar dialogen zijn gewoon-weg om te schateren. Staaltjes? Wel honderd, wel twee honderd. Ik zal er niet één aanhalen. Ik zou den literairen lezer slechts genot berooven. Ik zei al, dat allen in één toonsoort spreken. Dikwijls worden er rake, even dikwijls leege en onzinnige dingen gezegd, maar dat voelt ieder onmiddellijk׳, deze gesprekken zijn verstandelijk ingelascht, er bij gesleurd, zijn niet uit het leven, noch uit de innerlijke werking der menschen-voelingen opgebloeid, maar door de schrijfster verschakeld tusschen de handeling om de tendens relief te geven.
In haar roman is te veel bewust gedachte-en verstandswerk. Dit doodt ook het verhaal. Had zij de liefde-gloeiing, die eerste bezwijmende levens-verrukking van het vereenzaamde meisje, in haar smachtende overgave gewoon verteld als een stil drama van een eenzaam kind, dat daar verloren leeft, zonder vader
143