DE WANDELENDE JOOD. 121
menschelijkheid van de legende. Door de legende ontstaat de meest-menschelijke, innigst-voelbare aanraking met het Verleden.
De legende is een verhaal voor het gemoed, veel meer dan de allegorie, die vaak koud lijkt en bedacht van structuur en meestal van verstandelijke bekoring. De legende is eerst zélve als een vreemde, angstige fluistering uit den mond van het lévende volk geboren. Door legende trilt de geheimenis van het gebóren-worden. De legende is de ménschelijke droom, de sage de heldendroom, de mythe de cultuurdroom. Maar het innigst ons nabij staat de legende, wijl door haar heen zingt de klank van lévende menschen-stemmen. De legende heeft iets fluweeligs, iets teers voor het lyrische gemoed. Ze symboliseert soms slechts één schepsel, maar zoo diepzinnig en zoo ragfijn, dat de breedere omvatting van het sage-gebied grof er naast wordt. Het zijn de verhaal-flageolets voor het oor, zoo hoog, fluiterig en van zilveren toon-spanning en toch zoo wonder-vertelselachtig als een kleurige tooverij.
II.
Wanneer ik de legende zoo opvat, als het meest-menschelijke verhaal onder de mythische dichterlijkheden, als het diepst ook in het gemoed tastend, — dus niet alleen in de koelere Verbeelding, in het hoogere Intellect, maar vooral in de ziel, — als een sprookdicht, waarbij de verhaler zelf weer devoot luisteraar wordt, dan begrijp ik zoo goed waarom juist Vermeylen zich zoo hartstochtelijk tot de Ahasverus-legende voelde aangetrokken.
De Ahasverus-legende is een der wonderlijke mensch-verdichtsels, welke zoo prachtig als werkelijkheid en als symbool door de waarnemings- en verbeeldingskunst kunnen bewerkt worden. Er zijn niet veel legenden, waarin het werkelij kheidsdeel der feiten zoo volko