IO DE GELUKKIGE FAMILIE EN EEN VOOR EEN.
meen-jnenschelijke aanrakings-punten. Maar Robbers en Villiers de 1'Isle Adam, neen, er is in hun arbeid geen grooter uitings-verschil denkbaar. Bij Robbers, de burgerlijk-democratische, realistische psychologie; bij Villiers, de door en door individualistische aristocratische idiologie en het mystiek idealisme. Villiers de 1'Isle Adam, met een soort van ironische verheffing zich
noemend: Comte,____onmiddellijke afstammeling van
Philippe Auguste Mathias graaf de Villiers de 1'Isle Adam, den drie-en-veertigsten meester uit de orde van Saint-Jean te Jeruzalem, door wiens aderen-net duS nog het heroïke bloed stroomt der stout-romantische kruisridders, deze Villiers de 1'Isle Adam is de goudge-wiekte droomdichter, de Fransche Oosterling die in een overweldigende weelde van woord en beeld, van rhyth-miek en klankmelodie ons de prachtige exotische landschappen heeft geschilderd waarin oude, vreemde volkeren leefden. Deze geweldig miskende, vooral ook in Frankrijk, is eigenlijk een miskend geweldige van wien honderden Fransche romanschrijvende middelmatigheden, schandelijk "chipé" (gegannift) htbben. Deze verrukkelijke prozadichter, onbetwistbaar de grootste muzikale prozaschrijver van Frankrijk, vér boven Balzac en Zola, ook bóven Stendhal en Flaubert, door z.g. intelligente ellendelingen als half raté beschouwd, was in waarheid éen, zij het dan ook beperkt, genie dat óndanks het overladene, het overborrelende van het Oostersche, voor de Fransche prozakunst meer deed dan één zijner tijdgenooten. Villiers de 1'Isle Adam heeft den geheimen en zoeten geur van labyzon en wierook gesnoven als één die behoorde tot de vreemde volkeren zélve, welken hij zoo diep en schitterend het innerlijke leven schenkt in zijn werken. Hij kende vrij goed de legenden en mythologiën van Indische en Perzische Ariërs en voor een nog kleiner deel van andere Aziatische natuur-volkeren, — schoon niet zoo zuiver-historisch als Flaubert, Numidië en Klein-Azië, — wier