98 GROOTE FIGUREN
Zoo is voor den een functioneel gescheiden, wat voor den ander nog organisch verbonden blijft. Er blijke misschien dat het verschil ״niet" in de „historische" werkelijkheid bestaat, maar.. . in onzen geest, in onze beperkt-menschelijke en subjectieve natuur. Eén mogelijkheid rest, dat Prof. Huizinga ten eerste zal opmerken, — zoo hij althans iets opmerkt, en zijn beschouwingen, ondanks historischen objectiviteits-drang, als zéér persoonlijk erkent, — ... gij, met uw synthese, zijt subjectiever, omdat ge nóg objectiever begeert te zijn dan ik!. .. Ten tweede: Querido... ik draag geen bril!
FRANCISOUS EN DE MAATSCHAPPIJ I
Ook gij, hoogmoedige, en alle burgerlijke heiligheid wegzweepende socialisten, die met krijtende longenkracht schimpt op ieder alternatief der cultuurhistorie, op privaatbezit, op meerwaarde, op gebochelde ideologie, op obscurantisme en sensuahsme; die den mond vol hebt van onderdrukking, vernedering, uitbuiting, wat zijt gij zelf innerlijk, als handelend mensch, naast zulk een eindeloos gevoel voor en begrip van onstoffelijkheid! Naast den man der dogmatische leer, die met trillende stem uitstiet: „ik geef alles wat in mij is" en die alles, alles liefhad ? Hoe gul stemmen Fra Leo en Bonaventura hiermee in!1)
Ik verwijs naar het geestdriftige oordeel over Bonaventura, van Konrad Burdach, in „Reformation, Renaissance, Humanismus", pag. 43 e.v. Ook Prof. Allard Pierson schrijft fraaie pagina's in zijn „Geschiedenis van het Roomsch-katholicisme" over Bonaventura als stylist en als mensch, pag. 292, e.v., IV.
Het grootsch-gedachte werk van Etienne Gilson over „La philosophie de Saint-Bonaventure" (leer van den Seraphynschen leeraar), gaat boven alles