84 GROOTE FIGUREN
verklaren deze Hooggeleerden dan weer: ״Geen enkele historische gebeurtenis kan begrensd worden en de Eenaissancehet allerminst!". . . Och kom. . . och kom. . . ook onder Hooggeleerden openbaart zich wel eens,. . . kom, kom,... een geest van dilettantisme. ..
VIII
Psst!... een vuurpijl in den klaren nachthemel der avondlandsche tweedehandsch-peinzers fluit op en schiet open tot een alom-fonkelenden vuurregen.
Carl jSeumann, (de hoogst-merkwaardige katholieke criticus) in Holland veel te weinig bekend, verwierp de z.g. „bevruchtende gedachte" der classieken, in de Eenaissance. De oudheid bedierf juist de Benaissance-beweging.. . Dit dreunt al te Teutoonsch onze schuchtere ooren in.
Bij dezen stouten éérste-handsch-denker (een volslagen omkeering van het oorspronkelijke Eenaissance-begrip). .. bei-esprit׳?. . . vraagt Huizinga, met een onge-kenden klank van deelneming in de stem.
Ook bij u, Prof., die niet zulk een huiver gevoelt voor volslagen omkeeringen in zekere begrippen, bel-esprit in de bestrijding?. .. Hoe schitterend ook voorgedragen?. .. Of ook een weinig romantiek die tóch gelooft aan „een geheimzinnig-onpersoonlijk-westerschen volksgeest", al blijkt deze romantische idee een belachelijk „erfstuk" of een weinig „modieuze branie"?
Prof. wil vaststellen: ónder de Eenaissance liep de Middeleeuwsche cultuur eigenlijk ongeschonden door (in zeden en religie). Met de Eenaissance is er, slechts „zeer ten deele", het begin van den nieuwen tijd1).