Essay en critiek, Groote figuren

Titel
Essay en critiek, Groote figuren

Jaar
1930

Druk
1930

Overig
1ed 1930

Pagina's
265



OVER FRANCISGUS VAN ASSISI 79

de.. . objectieve historie. Het objectief-geschiedw&re van feiten, collectief of afzonderlijk doorleefd met de Voorstelling, (iets gansch anders dan met de Verbeelding), vermag ons dus geen sterveling ״waar" te geven; kan nergens anders bestaan dan „in het gebeurde zelve".1) Over de z.g. historische evidentie zal ik elders afzonderlijk schrijven2), in verband met Prof. Fruin's vereering voor Shakespeare, den man der duizend geesten, die onpartijdig „alle" karakters doorgrondde.

V

Wat doet nu Prof. Huizinga met het probleem der Renaissance? Aristocratisch oplossen! — Kijk menschen, repeteert hij hoffelijk met ons... de Renaissance wordt beschouwd als het intreden van het individualisme, het

J Zelfs het zoo onpartijdige, beroemde boek van Paul Sabatier over Francis-cus, brengt Théodore Duret in de ,,Revue des Idéés" van 1907 er toe, te verklaren dat een Roomsch-Katholieke Heilige erin beoordeeld wordt door een geestelijke, een predikant der Hervormde Kerk, die achter den geschiedkundige ':elkens den protestantschen geestelijke laat uitgluren.

s) Voortreffelijke, maar ook geheel onjuiste dingen werden hierover geschreven door Acquoy, in zijn boek „Kerkgeschiedvorsching en Kerkgeschied-beschrijving". In deze fragmenten-reeks over Franciscus is het mij niet mogelijk, de geheele stof der geschiedschrijverij te behandelen. Want Voltaire, Hegel, Wundt, Herder, Comte, Schopenhauer, Von Humboldt, Taine, Michelet, Buckle, Ranke, Fruin (in verband vooral met zijn studie over de objectiviteit, of liever „De onpartijdigheid van den geschiedschrijver"). . . om maar enkelen en een allegaartje te noemen, verschijnen onmiddellijk op het eerste plan, bij een karakteristiek van ideologische, genetische of pragmatische geschied-beschrijving.

Acquoy zegt rake en fijne dingen over den geschiedschrijver-kunstenaar.

Wie het onderscheid tusschen den gewonen geschiedschrijver en den kunstenaargeschiedschrijver dieper wil gevoelen, vergelijke eens de „Nederlandsche Oorlogen" van den eerzamen Pieter Christiaansz. Bor, met de „Nederlandsche Historiën" van Pieter Cornelisz. Hooft,. . . roept hij uit.

Ook Prof. R. Fruin schreef in dl. 9 van zijn „Verspreide Geschriften", pag. 253! „Shakespeare's „Coriolanus" en „Caesar" vol fouten, geven een beter denkbeeld van het Romeinsche staatsleven, dan al de geschiedboeken van Rollin.

In deze zelfde beschouwingen van Acquoy wemelt het van onjuistheden en psychologische onzuiverheden, in verband met het wezen der historiographie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.