78 GROOTE FIGUREN
bevangenheid, in verschillende opzichten, subjectief en speculatief.
De Hooggeleerde wil ons eigenlijk duidelijk maken: essentieele en genetische wijzigingen in volkerenmassa's gaan zeer traag en vervormingen van binnenuit, nog veel trager. Een waarheid, Professor, een anthropologische waarheid, een. .. evolutionaire waarheid zelfs. . . Maar een waarheid die toch zeer verschillende aangezichten heeft. Wij stelden vast: er zijn in eigenhjken zin nooit ״feiten", „concreties", in geschiedenis. Wij kunnen het vlietend; leven zelf niet vastgrijpen. Het experiment, het wetenschappelijk bewijs, ontbreekt als in de natuurwetenschappen. Er waren toestanden, die in werkelijk-heidsvormen zijn „voorbijgegaan". Over blijft slechts de getuigenis in steen, in beeldhouwwerken, in architectuur, in kerken, tempels, antiquiteiten; in woord, wetgeving, rechtsleer; in literatuur, epiek, lyriek, tragiek; in kunst, schilderwerken, teekenwerken, waarin gebeurtenissen verteld, of waarin gebeurtenissen (alweer telkens door één geest, één ziel, één persoonlijkheid sociaal-psychisch verwerkt), uitgebeeld worden. Wij behouden slechts individueele weergeving. Gebeurtenissen zeiven verdwijnen. Het gebeurende, het concrete bestaat zelf niet meer, maar wel de vergeestelijkte getuigenis ervan, de dorre oorkonde en... het „geschiedverhaal" aan de scheppende verbeelding ontsprongen. Dit vergeestelijkt-nageschapene van de ééns bestaanhebbende werkelijkheid, (ook indien ze van ooggetuigen komt, want wat beteekent, dieper gedacht, eigenlijk „ooggetuige'"?... wijl niet het oog ziet, maar de geest), kan de plaats-gehadhebbende gebeurtenissen telkens met een anderen lichtval beschijnen en telkens een ander aangezicht schenken. Hierdoor ontstaan juist de hypothesen en het, met individueel inzicht samenvallend speculatieve in