70 GROOTE FIGUREN
Hoe protserig verachtten zekere Eenaissanisten niet zélf vaak middeleeuwsche kunst en de gansche ״bar-baarsche" gothiek!. ..
VIII
Ja, er was wel „innerlijke heerlijkheid" in de Middeleeuwsche menschheid.. . Maar nog méér verbeeldings-krachtige opgewondenheid en vreeselijke heiligschendin-gen, waarvan zelfs Ordericus Vitalis1) niet zwijgen kón en Gulielmus von Malmesbury niet te zwijgen begeerde. Oók Middeleeuwsch leven, maar van duisterste menschennaturen en hun omdwalingen en hun duivelachtige wreedheden, onder geestelijken niet het minst.2)
Toch, Middeleeuwsche heerlijkheid en reine mystiek was er gelouterd in den seraphijnschen Vader Franciscus die eens nederig, een pit olie bedelde voor de lampen van het kreunend-vervallen Sint-Damianus-kerkje tegen een heuvel. In Franciscus leefde evangelische erbarming, zoetste deernis, onder moord, eigenbaat, roof, oorlog, en vernietiging van medemenschen.
IX
Geeselt nu met mij kleinmoedigen en zwakken van heden, onder velerlei gelooven!... Gij, in uw Eeuwfeestnummer van „Franciscaansch leven" steelt mij de woorden van de lippen. ..
„Konden wij toch maar zoo sterk-onbevangen leven als Franciscus"!
1 J Vgl. Orderici Vitalis, Angligenae Coenobu Utigensis Monachie „Historiae Ecclesiasticae."
Zie ook in dit verband, Allard Piersont „Geschiedenis van het Roomsch-katholicisme", dl. 4.