68 GROOTE FIGUREN
Romeinschen bodem der oudste Grieksch-Romeinsche beschaving. Maar de Middeleeuwen, — aanvangend bij den val van het West-Romeinsche Rijk (476, afzetting van Romulus), de vroeg-Middeleeuwen, met overwoekerend Arianisme (door Constantijn zelfs schaamteloos aangeblazen) van Gothen en Vandalen, Longo-barden, Saksen, in Italië; tot den dood van Pepijn's oudsten telg, den Fränkischen koning en Roomschen keizer Karei de Groote1), strever naar de caesaropapie; de Middeleeuwen van ridderwezen en leenstelsel, — zijn zoo geheel anders dan het middentijdvak met stedenopkomst en bloei van hiërarchie en machtsontwikkeling van de Kerk; zoo heel anders dan de Middeleeuwen met haar Kruisprediking, haar roman-tisch-avontuurlijke Kruistochten en Palaestijnsche bedevaarten, zoo vurig en dwepend door den somptueuzen Innocentius III aangehitst (Latijnsche Kruistocht), in navolging van den heiligen Bernard van Clairveaux2).
1 ) Ook Karei de Groote vocht al tegen simonie en verlangde van den Paus waakzaamheid tegen zwendel en bedrog. Vgl.! ״Papst Leo IX und die Simonie", van Dr. Johannes Drehmann; vooral hoofdst. 2: ״Verurteilung der von Simo-nisten erteilten Weihen und der Bezahlung für Amtshandlungen".
Vgl. Drittes Kapitel: Karl der Grosze in ״Das Mittelalter bis zum Ausgange der Kreuzzüge" von S. Hellmann, pag. 45—62: ״Die biographische Kunst der Zeitgenossen Karls des Groszen hat nicht ausgereicht, ein abgerundetes Bild seiner Persönlichkeit zu entwerfen. Was sie vor allem an ihm bewunderten, war die unbedingte Überlegenheit gegenüber Dingen wie Menschen, eine Groszheit der Gesinnung, die dem Umschlag des Glückes standhielt und die Gewähr des Erfolges in sich trug."