OVER FRANCISGUS VAN ASSISI 67
Er was heerlijkheid in de diep-bovenzinlijke, edele wijsheid van den tragisehen Boëtius, in zijn ,,De Con-solatione philosophiae", (hoe schoon herdacht Gibbon hem in hoofdstuk XXXIX van zijn „Decline and fall of the Eoman Empire"), maar ook in de astronomische intuïtie van een vijftiende-eeuwer als Copernicus, die heel de cosmologische scholastiek van Aristoteles omver hep.
Ik hoor uw ontroerde stemmen in „De Morgen", Leppert en Anton Kerssemakers!...
Eranciscus w&s gansch en al de dogmatisch-goddelijke en goddehjk-naïeve, onbewust-groote Middeleeuwer.
Maar laten wij eikaars spheren (irreligieus ?) eerst doorspiegelend verkennen, slechtsvoorhistorischecontinuïteit.
Franeiscus di Bernardone was een Middeleeuwer uit het tijdperk der hiërarchie, toen het Pauselijke gezag, óver Leo I, den Groote (Concilie van Chalcedon); óver Gregorius den Groote, vreesehjk verachter van het heidendom1); óver den geweldigen Hildebrand (Gregorius VII); óver Urbanus II, naar zijn hoogsten luister drong met Innocentius III; toen de feodale macht met vorsten en geestelijken nog stijgen kon, ondanks verzet, in de twaalfde eeuw reeds opwoelend tégen het leenstelsel. Eranciscus was een Middeleeuwer zooals het eerste z.g. „duistere" en het weelderige tijdvak der latere Middeleeuwen er nooit meer een voortgebracht heeft.
VI
Ja, er was innerlijke heerlijkheid verscholen in de Middeleeuwen; vooral in Zuid-Europa, in Italië, op
1 J Gibbon vooral karakteriseert den heiligen Gregorius als fanatiek verwoester van heidensche cultuur, en vooral van Livius. Gibbon schrijft! ,,His virtues, and even his faults, a singular mixture of simplicity and cunning, of pride and humility, of sense and superstition, were happily suited to his station and to the temper of the times". (Deel II, pag. 695).