42 GROOTE FIGUREN
XIX-zang is een fel uitvaren tegen Pausen-bedrog en kerkelijk wanbestuur.
Martinus IV stoot Dante, om zijn vraatzucht, in het Yagevuur. De monnik Salimbene noemt dezen in zijn autobiographie een kruisvaarder-besteler!
Mr. Bohl neemt Paus Bonifacius VIII telkens tegen de haatwoede van Dante in bescherming.
Prof. Hauvette, in zijn boek over Dante, verklaart en bevestigt integendeel Dante's afschuw van Bonifacius' geheele regime; Dante's orthodoxie en zijn aanvallen op Pausen en kerkelijk wanbestuur. Er is over dit feit nog een geheele literatuur te noemen van Dante-verklaarders, Dante-kenners, Dante-doorschouwers, van buiten- en binnenlandsche auteurs. Ik gaf slechts één groepje.
Prans Erens, in zijn ״Kantteekeningen" bij Dante's „Monarchia", meent dat Dante's antagonisme tegen sommige Pausen, zuiver persoonlijk was.
P. F. Th. van Hoogstraten, in zijn belangwekkende „Studie en Kritieken," schrijft: „In het staatkundige heeft Dante gedwaald en nu en dan lucht gegeven aan onbillijken toorn en onheiligen wrevel, maar in het theologische spreekt hij de taal van de grootste zonen der Katholieke Kerk", (dl. I, p. 284).
Wij gedenken Yoltaire's woord, prikkelend als geur van brandend hout; Voltaire, die soms met grimmigheid, maar ook met bewondering Dante's „Divina Commedia" beoordeelt1). En Howard Candler, die alle buitensporige