34 GROOTE FIGUREN
transcendente woord is evenwel volkomen gelijkwaardig.
Sabatier verdedigt onstiurnig Franciscus' ״Zonnelied" in zijn ,,Spec. Perf.". Het „Zonnelied" is een godsdienstig document en indien het al geoorloofd is het als literatuur te bestudeeren, dan nog geschiede dit op kiesche en bescheiden wijze. Er zijn er die verklaren dat het ,Zonnelied" niets nieuws geeft en dat het slechts een gloed-looze vertaling blijkt van den Daniël-Zang en van den honderd-achtenveertigsten Psalm. Kaar aanleiding hiervan zegt Sabatier in zijn „Spec. Perf.": Men veroorloove mij de namen niet te noemen. . . „de ceux dont je combats la fagon de voir; en le faisant, je risquerais de paraitre attaquer des hommes dont je tiens d'ordinaire les jugements en tres haute estime".
Toch erkent Sabatier den geweldigen invloed der Hebreeuwsche propheten. Vooral Franciscus' cosmisch levensgevoel openbaart een oud-Hebreeuwsche drift. Sabatier erkent: „A ce point de vue encore, Francois renouvelle 1'inspiration hébraïque et la veine si simple et si grandiose des prophètes d'Israël: Louez 1'Éternel".
Zoo zegeviert in dezen heiligen Middeleeuwschen Katholiek, de Hebreeuwsche universaliteit én lyriek-in-godsvrucht, de semietische lyriek, niét de Arische hymne!
Chamberlain kon hier al zijn geographisch-historische zwendelarijen zien falen... O. .. Romeinsche wereldheerschappij !...
IX
Ook in Franciscus' Zonnezang herleeft de ]STebiïm-panegyriek, in natuur-aanbidding die zich alléén als godsontroering openbaart. Franciscus zingt:
„Memand, o Heer is waard U te noemen!" De heilige Bonaventura verklaart in zijn „Legenda S. Francisci",