20 GROOTE FIGUREN
onzer schoonste Heldendichten, heeft hetzelfde lot ondergaan als de ״Legende II, van broeder Thomas. De bewerker ervan heeft alles bedorven, en volgens getuigenis van Joseph Bédier, maken de zeven versies van zijn werk, die voor ons zijn overgebleven, een poveren indruk naast den ouderen tekst van Oxford. Memand denkt er evenwel aan, te beweren dat men de les van dien ijverzuchtige bóven het werk van den
Anglo-Normandischen schrijver moet verkiezen......
Zoo polemiseert Beaufreton, soms met ingehouden krenkingsdrang.
Daartegenin zegt Masseron weer : ״Sans doute... Mais peut-être sera-t-il permis de penser que la valeur littéraire d'une oeuvre d'imagination et la véracité d'un témoignage historique sont des questions qui ne présentent que des éléments de com-
paraison assez lointains"........................
Al wat voor Pater Delorme en Sabatier onomstootelijk vaststaat, zegt Masseron, is voor Maurice Beaufreton waardeloos en geheel verwerpelijk.
In zijn boek, ״Saint Francois d'Assise", Appendices, p. 274, schrijft Maurice Beaufreton over San Bonaven-tura's Legende; doch het belangrijkste wel over het Speculum Perfectionis, p. 283. Hij bestrijdt daarin Sabatier hoffelijk, ingehouden-vinnig en toch waar-deerend. Doch hij zet al zijn bewijzen op den kop.
De voortreffelijke studie van Pater Van den Borne over cultuurhistorische beteekenis van Sint Franciscus, in ״Collectanea" (1927), getuigt van groote waarheidsliefde, van fijn-historischen zin en brengt een zeer boeiende beschouwingswijze. Toch schetst deze Room-sche geleerde het beeld dat Sabatier geeft van Franciscus, niet overal even juist na. Zoo enkelvoudig en argeloos als Yan den Borne beweert, dat Sabatier