16 GROOTE FIGUREN
nooten; slechts compilatie-literatuur uit eind derteinde eeuw. Ook hier is een slagveld van inkthelden. De aromatische fijnheid, het gaaf-fragmentarische van de ,,Legende der Drie Genooten" (aanvankelijk het voornaamste debat-punt), werd plots door Pater Yan Ortroy, groot kenner van Franciseus en Middeleeuwen, naar achter gedrongen. Vindingrijke hagiographie: de Legende bleek slechts navolging uit eind dertiende of begin veertiende eeuw te zijn . . .
Opnieuw: kruisvuur en lillende replieken . . . verminking van overlevering en liturgie! „Een „ave maria" voer den scriver soe wie hier in leset" ... bidden wij den copiïst van de oude „Hystorie van Sunte Patricius Vegevuer" na!
VII
Vastgesteld werd: er is éven ׳nauwe betrekking tusschen het eerste deel der „Tweede Legende" van Thomas van Celano en de traditioneele „Legende der Drie Genooten", als tusschen het tweede deel der „Tweede Legende" en het „Speculum Perfectionis".
Pater Edouard van Alencon speurde overhaaks nu naar de prioriteit; mede Pater Tilemann1), Pater Gratiën en Thode.
Ook in dit onderzoek, onvruchtbaar, vaak verbijsterend bedat.
Masseron haalt het woord van Little aan :
„Men moet rekening houden met een zekere mate van vooringenomenheid, bij de interpretatie der feiten, aan beide kanten".
1 J Op het boek van Dr. Heinrich Tilemann, ,,Studien zur Individualität des Fr. v. Ass", en op een werk van F. Imle „Ein heiliger I.ebenskünstler", koiii ix te:׳ng.