OVER FRANCISGUS VAN ASSISI 109
armoede, onder zijn Ordebroeders. Het eenige en smartelijkste ,,conflict" met de Kerk, in Franciscus' leven. Ook de Fraters, later, werden soms dwangwegen uitgezonden. De Franciscaners immers, in de vijftiende eeuw, behoorden tot felste vijanden van Savonarola. De Franciscaners, die Franciscus' ideaal overvleugelden, de Frati-celli's met hun ,,Eeuwig Evangelie" beklommen de mijt, stierven onder het zwaard of werden gekgefolterd. Waldenzen, Paratenen, Catharen ondergingen allen den uitroeiïngsdood1). De gedachte aan Robert la Bourgre in Noord-Frankrijk, monsterlijk uitroeier en dood-pijniger van de Catharen, tot wie hij vroeger behoorde, jaagt ons een rilling van afschuw over het lijf. Doch boven hun smartelijke doodenmaskers klonk de Psalm, door Franciscus altijd zoo vurig meegezongen: „Maar het geduld der armen zal nooit eindigen."
VI
Zoo bleven Christelijke wereld en kerkelijke politiek aan moord en bloed zich koelen. Het leven naar den Eeuwige geheven, is geestelijke en hemelsche heerlijkheid; ook al noemt ge het ridderschap van God. Maar het moet de geheele wereld, en niet alleen den utopischen enkeling ophelpen, die door den heilandsblik van een Verhevene tot bovenmenschelijke ontroering geraakt1). Het moet alle creaturen ophelpen; niet slechts religieuse individualisten. Nu staan wij voor den „gewonen
1 ) Vgl. F. Glaser! „Die Fransiskanische Bewegung: Ein Beitrag zur Geschichte socialer Reform-ideen im Mittelalter", en waarom ze naar zijn inzichten moest te gronde gaan. Pater Van den Borne vonnist het standpunt van Glaser en rept van het „verwarde begrippen-complex" in deze studie. („Collectanea" pag. 54).