Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



84

En nou zag ie weer öp naar 'n lichtbrok, heel hoog boven z'n ruit uitkrommend, waar de maan nu schuiner voor stond, omdreigd -door 'n wolkgevaarte, donker, dat zwart-zacht aan kwam sluipen. .Rond het zilvermist'rig, blauw-elektrisch maanlichtgesprei dreef 'n chaotische drom van lichte wolkjes, uit den ver-teêren maanlichtkring opglanzend in fijne dooradering van zweeflicht, nu in wijêre wasemcirkels geraakt, aan kop of punt, met kleuriger lichtglans, zoo nevelrijk en teêr-op-zich-zelf, schakelend kleine eilandjes, verwasemd in azuur-rein diep, in 'n zeebrok van alomme wijdte, en de maankop in blank zilverblauw, met 'n randje weggekarteld bij één wang, vol toover-glans-waas, zoo getemperd-klaar. Nou zag ie dichter aan-gluipen 't donkere wolkmonster, met overal dreigkoppen en duistere armgezwellen, al zwarter waar alleen randglanzerig maanzilver, geel-wit, als kaarsvlammen in spiegel teruggekaatst, op schijnen ging, wegdringend in zwart-stoet de waasketting van chaotische eilandjes, de parelende zilverbank stil-drijvend in verlichte luchtstranden; en de maan, nog worstelend eerst in z'n zacht tooverge-glans met z'n mijmerblanken zilverstroom van licht, met z'n kring nu van bang-nauw omsloten, week uitgespatte paarlmoeren kransen, geel-zacht, met crêmebeving midden in kleinere kringetjes, ijler gedraai van elektrische wemelingetjes en rozeachtig geadem, nauwer omwolkt al zwarter en dieper, tot heel de duizel-wolk den glans had opgeslurpt, alleen achter wild gedreig, door z'n eigen donker lijf heen de maanworsteling liet zien. Nu wou Hein kijken, met iets als woede in 'm tegen dat wolkgevaarte, hoe de maan er zich weer doorheen zou dringen. Langzaam zag ie nu lichtworsteling. In grillige breking en verduwing van 't gevaarte, juist midden in 't zwartste geduister, bruiste zilverschuim door, éven vergeeld, met 'n opschit-tering erlangs van kronkeladertjes, diep zilver-blauw tusschen zwart gedreig, en toen weggeslobberd in aansnellender gedrijf van losgeraakte wolkkopjes die, verhakt, donkerend met zilveren glanspuntjes, langer in zwart gedrang den maankop verborgen hielden. Maar nu begon 't in 'm te juichen. Na geduldig wachten op 't zwarte wolkgesluip, eindelijk weer lichter verbreedden de randen en inkar-telingen; dampte schuchter geel uit 'n zilveren mist óp, en zacht dreef de bleeke maanbol er achter uit, omkranst van 'n wij eren, week-paarlmoeren kring, waaruit enkele tinten weggespat waren, losjes rondom zwierven in nevelgeel. Snel trok de maanbol bij in blanke, blauw-ijle lichtdiepte, zilverend-vol, op z'n raampje, tusschen donker latjeskruis mijmerlicht golvend. Heel 't krotjes-gebrokkel, naar beneden en omhoog, blankte in 't maanwaas óp, zoo mooi en zoo zacht, met vermijmering van kontoertjes, als werden 't kerkjes en torentjes, vol glanzende lichtbegietingen en geheimzinnige schijnseltjes, rustig versluimerd in 't feeërisch maanblauw, in zoo zacht getintel en gelijn, als kwam 't slopbrok aangespoeld uit droom eland.

Dien nacht had 't gevroren. Den volgenden morgen hing mist in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.