Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



8i

plankte open de vloer, reepten de geel en groen beklodderde schuttinglatjes, waarop ie hier en daar zelf wat bemorst marineblauw papier had geplakt, twee rolletjes, waartegen ie eens op de markt was aan-geloopen. Zwak licht druilde door 't half met planken betimmerde zolderraampje z'n hokje in. 'n Gewrichtlooze, rot-uitbiezende stoel naast houtblokken, schurftte weg in de klein-ingedrongen somberte, met de verrot-houten balken, stikkend-laag, dwars krommend boven z'n hoofd, en grillig verwrongen, schuine, bekorste, schimmel-morsige stutpalen, met de roet-vuile, groenig ingerotte zoldering vlak boven 'm, doornuld met luchtgaten, waar ie den hemel door zag. Armoe mufte, vuns-kniesde en griende er rond, en de frisch-kleurige ruggetjes van enkele gebonden boeken keken akelig vreemd 't beschim-meld-vergoorde hokrommeltje in. 't Ergst hinderden 'm die doordringende pislucht, die strontstank, diegotenrottinguitdesnijingen, vunzig-beklemmend aanwaaiend; daartusschen nog duffe beademing telkens van turf en vermufte vochtlucht uit nog donkerder buurhokjes. En dan benauwingen van stukken wasch, met 't smoezelige, duffe bleekpoeier, stinkend uitdampend; en de rotstanken, weeër, die opstegen uit 't stik-duistere trappengekrioel, valluikerig uit donker-diepten van elke verdieping, als ziekenzaal-reuken, lompen die giftten en traanden vet-vuil; rottende lijfstanken, geslachtsziekte-uitwasemingen ertusschen. Telkens schrikte ie op uit z'n leeslust, als in gekrijsch van kijfstemmen, van zolders af naar beneden, boodschappen overgeschreeuwd werden maar niet verstaan, en harder, nijdiger teruggebulder aanhield achter de trap-donkerten, stemmengescheur en gevloek, woest tegen elkaar in. Soms 'n heelen dag was er niets als op- en neergeloop bij de wel en niet bewoonde krotjes, alsof ze lust hadden in wroeten op die duistere, verrotte zoldertjes, tot ie, dol wordend van herrie, z'n boek dicht sloeg in wanhoop van niet kunnen volgen, tien keer 'tzelfde lezend, niets vattend, met z'n geest er toch niet scherp tusschen kon dringen, Nou had ie nog wel 'n groote plank probeeren te spijkeren voor de open trapdeur. Maar 't gaf niets ; hij had alleen z'n hokje nog woester, kaal-armer, ingezonkener bestoft ermee gemaakt. Want al erger vuilde 't rondom, en zelf ging ie soms aan den boen, omdat z'n moeder 't verdomde en zei al genoeg te hebben aan haar rotrommel beneden. Soms kwam zelfs vrouw Hols als haar plaatsje te vol was, in treiterig, dribbelend, breed-uit doe-gesar nog bij hèm waschgoed spannen, nat-kille broeken, hemden en kousen, zoodat ie, als ie thuis kwam, onder laag en hoog lijngekruis door moest bukken, met kleverig-natte punten van rokken en broeken in z'n gezicht die plakken bleven, en 'r nog net éven plaats voor z'n bed was. Dan vloekte ie in zich-zelf, want nou was 't beetje dat hij nog gezellig vond op z'n kamertje, buiten de ellende, heelemaal weg en zoog ie volop de vervloekte, angstig benauwende bleekpoeierlucht, die ie haatte, met al dat afgedruip van vochten waarvan ie zich misselijk voelde worden. Vandaag wou ze 't weer doen, maar hij had gedreigd en na vermoeiend tegengestribbel moest ze 't eindelijk laten. Want als ie werkte,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.