Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



?8

ver van 'm af, weg in den zwarten avond, zat hij alleen nog na te suffen, na te hooren wat verteld was, tot ie inééns, onrustig, bang׳ bijna 'n beetje, alles op 'm zag afkomen uit duistere diepte van de straat en huizenrei van nog donkerder weggetjes aan den overkant, overprikkeld door 't naspel van z'n fantazie, opsprong van de vensterbank en wegholde naar huis, met hartgeklop en iets brandend zwarts voor z'n oogen. Dat gevoel ineens schokte nu voor'm, nu ie dat schemergekruip, dat bange verduisteren van al-dingen rondom, en dat vaal achteruitgaan en verschimmen van schepen, boomen en menschen achter 't beregende ruit voor 'm zag; nog vérder, 't water, dat zwarter verspoelde in diepere schemering voor z'n gezicht. Nou 't éénmaal in 'm gekomen was, begreep ie 'r niets van. Moest dan dat eenzame jongetjes-gedroom en droef jeugd-geleef weer voor 'm opdoemen; nü juist, op die bange, spokige schemerkaai, waar de schepen, pijpen en toplichtjes, die langzaam 't avondgrauw door-kleurden, al verder voor'm verflauwden? — Moest dat gevoel 'm dan onder dien staag-zachten regennevel hier overvallen, midden toch in z'n blijdschapgedenk aan Eva? En sterker nog, tegen z'n zelfverwijt in, als ie keek en doordroomde, schoten op die plek brokjes van z'n jeugdleven in 'm. Nou hoorde ie 't krassende gepiep van hijschkatrollen, die ie achter 't gedonker van wagens en vaten niet meer zien kon door 't regenraam heen. En die enkele grillige geluidjes, terugkeerend op maat, zetten 'm weer voor 'n zoo gewoon dingetje uit z'n jeugd; feitjes waar ie nooit meer aan gedacht had. Maar nu, als 'n grillig herinneringsspel, dat aldoor verschillend thema van z'n jeugdleventje aansloeg, starend in den schemeravond, achter donker caféruit, in 'n heel vreemde buurt, nu drongen die feitjes scherper in 'm op, uit 'n verleden dat ie heelemaal dacht vergeten te hebben; alleen maar door gelijkende geluidjes, in die suffende caféstilte, waar geen sterveling buiten hém zat. Dat 'm zooiets kon overvallen? Want duidelijk zag ie zich nou staan, aldoor dat terug-krassend piepgeluid weer hoorend, voor 'n hekkie van 'n roomtuintje ergens in de Meer, op zondagnamiddag in den zomer, toen ook zulke gilkreetjes uit 'n hoogen schommel, waarin jongens en meisjes van zijn leeftijd zaten, naar 'm toepiepten, uit 'n hoek van 't tuintje waar ie nèt op uitzag. En nou nog voelde ie weer óver z'n smart, dat ie 'r tóen niet in mocht, omdat ie toch geen vijf cent voor 'n glas melk bij zich had; hoe razend ie op schommelen was, en ie maar meegierde achter 't hek, met de lolletjes die ie in den bakschommel zag gebeuren; en hoe ie zich daar in z'n eentje stond te verkneuteren van blijdschap bij 't zien van 't gestoei en den angst van de meisjes als de jongens te hoog opzetten; en dat ie, meegaand in hartstocht, van buitenaf de jongens opjoeg en toeschreeuwde: hooger, hooger! tot ie, in z'n woelig beweeg vergetend waar ie was, zwaar z'n gezicht opbonkend tegen de heklatten, weer tot bezinning kwam, begreep dat ie buiten 't spel stond en hij droevig weer naar huis mocht loopen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.