Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



73

branden. Zachter sloop Hein de laatste lange trap af, met nog 'n kleintje waarop ie niet gerekend had. Zeelt bleef staan en klopte aan de spreekkamerdeur.

Stemmengelach en gele licht-rook krijsch-walmden 'm tegemoet. Opgedrukt zat 'n heele klub menschen aan kleine, groene speeltafeltjes te kaarten, omdampt van rookwolken, stik benauwd. Haastig gaf Zeelt den sleutel af aan mevrouw Bresser, die vlak bij de deur zat, en luchtig goeienavond roepend, verdween ie snel. Bresser had ie niet gezien. Naar de keuken nog even riep ie: dag Saar, dag To... Marie! — waarop losjes ״gedag״ terugklonk. Haastig liep ie de trap af, opstootend even tegen Hein, die aan 't onderste treedje, bijna bij de straatdeur, wachtte, toen Bresser in de gang boven, van de plee afkwam, en over de leuning schreeuwde, met de keukendeur half open, waaruit wat licht schemerde op de trap:

— Hè-je de sleutel binne afgegeve Zeelt?

Weer stond Hein als lam tegen den muur gedrukt; geen voet durfde ie meer verzetten.

— Ja meneer, mevrouw heeft 'm!... goeie nacht meneer, wel-te-ruste! — zei haastig Zeelt, de deur opentrekkend en Hein eruit duwend.

— Goeie nacht! — en weer schoffelden z'n stappen weg zonder dat ie Hein gezien had.

Op straat woei de wind ze nog sterk in 't gezicht; de regen had opgehouên en overal kletsten ze in groote plassen waar geen lichtglanzen doorrimpelden, niet te zien onder sterk-donkere luchtzwaarte. Hein stond op heete kolen, zonder te vragen wat Eva voor 'n boodschap had. Eindelijk vertelde 'm Zeelt kort wat Eva 'm verzocht over te zeggen.

£Nog 'n eind liepen ze samen, en onder hartelijk gegroet, aan de woning van Zeelt, ging Hein z'n weg door, met gloeihanden, in één stralende blijdschapskoorts, met 't bolle windgestoei tegen z'n heete wangen, voor niets oog, alleen luisterend naar 't zacht zingende, vreugdig-geneurie van z'n ziel: ze komt! ze komt0

VIERDE HOOFDSTUK.

'n Volle week voor dat Eva bij Hein zou komen, had z'n baas juist gezegd dat er geen werk meer was, misschien wel 'n maand lang. Hoe bang ie ook anders tijden van werkeloosheid tegemoet zag, niet voor zich zelf, maar meer om 't gewurm en gevloek bij 'm thuis, dezen keer juichte ie in stilte. Hij zou nou zich heelemaal kunnen verdiepen in 't geluksdenken aan Eva's komst. Hij zou veel wandelen en kijken en zich aldoor maar met z'n innigste gevoel vlak bij dat goddelijke vreugdebesef houên, door geen fabrieks-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.