Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



72

— Heel goed meneer!

— Maar hou dan asjeblieft op!. . elleke lamp die 'r brandt zoo laat, is 'r één!

Zeur-zwaar had Bressers stem geklonken en trap-af-gesjok dofte weg in de stilte. Hein stond in schrikhouding. Zeelt was woedend op Bresser.

— Wat 'n beroerling, hè ?... z'n lamp,... dat is 't eenige waar ie om denkt,... ik kan voor 'm doodvalle.

Haastig kraste ie z'n twee kerfjes af, pakte stokken- en messenrommel in z'n boezelaar, draaide verstelpit uit, en zei Hein dat ie z'n jas kon nemen. Nat-zwaar trok Hols z'n ulster aan; 't goed zoog om armen en handen. Zeelt had zich dik ingebakerd, bontmuts diep over z'n hoofd gedrukt, kraag öp en z'n paraplu, waarvan 't regenwater in 'n slootje was uitgeloopen in den hoek bij de deur, onder z'n arm genomen.

— Ga jij nou maar eerst tot an de deur,... dan draai ik de lamp uit,... ik weet de weg, jij zou hier tippele, want 't wordt stikdonker, ... maar Hols, loop als 'n poes op je teene,... dat ie je niet hoort... anders gaat ie me nog op de late avend jóu en mij anblaffe... En als je nou de tweede trap af bent, loop dan 'n beetje gauw de keuke voorbij, en de deur waar de baas zit te kaarte.

Zacht liep Hols stapje voor stapje naar 't portaal. Toen ie bij de trap was, draaide Zeelt de lamp uit, en nu zelf in 't stikdonker, voelend voor zich uit, de banken wegschuivende voor z'n voeten, liep ie rechtdoor naar 't portaal, waar Hein op'm wachtte. Met z'n handen op Heins schouêrs, fluisterde ie 'm in 't oor 't verzoek van Eva, dat 'm daar net was ingevallen.

— Ik heb je op straat daar nog 'n boodschap te geve van juffrouw Eva.

Hein duizelde, de leuningen van de trap voelde ie wijken, hij moest zich hoüen; onder 'm dreigde stikduisternis van treën; hij had willen gillen van blijdschap. — Goddallemachtig! — vloog 't dol-wild door z'n kop, — zie je nou wel dat ze je niet vergete heeft! Als met looien schoenen hamerde ie zwaar naar beneden, en Zeelt, die de uitwerking van z'n gefluister niet zien kon, was ook gewoon hard de trap afgeloopen om geen argwaan te geven. Snel liep ie op Hein in 't donker af.

— Bi-je nou gek kerel!... hij mot je niet hóóre!... loop toch op je teene!

In z'n schrik-blijdschap had ie heelemaal de afspraak vergeten, en zachter nu dan 'n poes, als schrik-reaktie, sloop ie de tweede trap af, met 't gestap van Zeelt als man-alleen achteraan. Langs de leuningkromming, vlak bij de deur van de speelkamer, waar 't stemmengejoel en gelach dof-lawaaiig uitschorde, hield Hein z'n loop in, onder hartklopping. Gelukkig had Bresser de gangpit zoolang uitgedraaid, omdat ie 't zonde vond, op den laten avond, als niemand meer kwam, drie pitten in de gangen voor niets te laten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.