Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



6g

'n domenee... ze spreke, ze zijn eenmaal in 't gedrang, ze motte mee... en nou op vergadering... jonges hun klasse geesele, om es te late zien hoe ze voor ons vechte... nou 'r-op-in-van-wat-bi-je־me!... maar dat geeft niks, als 't niet meegegroeid is van onder óp uit de ellende.

— Kerel, wat groen bi-je toch... zou je denke dat wij ook geen ooge in onze kop hebbe ?... zou je niet denke dat wij ook niet uitzien of ze ons verneuke of niet ?... nee baasje, dan ken je ons leve niet.

— Nou en ik zeg je dat jij 'n groene bint... erger dan ik, want dat ka-je niet zien!... bi-je nou heelemaal bedonderd?... denk je dat ik me zoo iets laat wijs make?... die politiekers, die politiekers ... ze draaie zich dood,... allemaal woorde, woorde en toch brenge ze niks uit... ze wete niet hoe we leve eigenlik... zij hebbe cente en als ze ze niet hebbe, zorge ze wel dat ze ze krijge,.,. of ze nou heel lief derde klas reize... zie je.. . en net doen als wij... he ? èn de meid bij zich an tafel late ete... en heel nederig mit brochuretjes vente en schreeuwe op vergaderinge,... watte?... toch anstellerij, daar geef 'k geen korrel om,... he?... hun cente houê ze, en ze leve als heere,... ze kenne ons geploeter en al ons ge folter maar zoo-zoo, zie je?... en d'r zijn smoele onder die lui die 'k geen zier vertrouw, zie je... al barste ze van opgewondenheid als ze spreke voor 't volk... ze zijn lui die wille heersche, lui die wille meevechte, niet uit liefde voor óns, maar uit minachting tege hun eige klasse-smeerlapperij, wat läng, läng niet 't zelfde is!

— Nou, — antwoordde Zeelt, 'n beetje uit 't veld geslagen door 't weer opwoekerend anarchisme in Hein, — ik zal 'r nou maar over zwijge, 'k hou daar op, 't is al zoo vervloekt laat... maar dät wil 'k je wel zegge, 'k trek geen partij voor de ״heere״ ... d'r zulle bij zijn die, zooals je zegt, nou eenmaal mééschreeuwe omdat ze 'r niet meer uitkenne... maar d'r zijn 'r, waar de arbeiders ontzaggelijk veel aan te danke hebbe, hoor!... en manne die verschrikkelik gelee hebbe vóór dat ze bij ons angekomme zijn... dacht je nou dat ze inééns motte gaan leve als kluizenaars... dat ze nooit meer 'n glas wijn magge drinke of in'n café magge gaan... of in 'n schouwburg?

— Heeremetijd wat laf bi-je, Zeelt!... niet elk feitje voor feitje, maar alles bij elkaar maakt hun woorde en dade in leugenachtig kontrast... zie je, ze benne zóó opgevoed en ze kenne niet anders, he ?... al is 'r misschien 'n héél enkele die heelemaal als wij wordt... wat ?...

— Maar duwel-nog-toe Hols!... neem nou 'r es an voor 'n oogen-blikkie, dat 'r 'n rijk meisje verliefd op je wordt... zou jij 'r dan late kole hakke als ze je vrouw wordt,... of zou je 'r late blauwbekke, omdat ze niet van jou klasse was?

Naar Heins kop stegen bloedvlammen; 'n oogenblikje dacht ie dat Zeelt 'm voor den gek hield, maar aan z'n kalm gezicht zag ie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.