Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



65

— Wie! — schreeuwde Hein woest, — juffrouw Eva?!

— In eige persoon,... kerel... waarom schreeuw je nou zoo!

Hein had zich-zelf niet gehoord; alleen 't denkbeeld dat Eva

boven was, éven voor hem, sloeg 'm met razernij. Hij had wel van z'n bank willen dansen, opspringen, gillen, en naar beneden roepen: ״juffrouw Eva! juffrouw Eef! nou bin ik hier! kom u ook 's effe bove!" — Er kletterde iets in 'm van vreugde, maar toch bleef ie zitten verstomd, rechtop, in één lachtrek van hooge blijdschap om z'n mond zonder 'n beweging te kunnen maken.

En Zeelt ging weer door, verward, nü pas merkend Heins ontdaanheid. Z'n peuterwerk had 'm zelf nog te veel beet om heelemaal op Hols te letten. Z'n montuur kneep z'n neus in pijn, en telkens dofte achter z'n lorgnet iets wazigs, dat ie wou wegwrijven z'n oogen uit, of afvegen van de glazen. Maar zóo zat de knijper er op, of daar kwam wéér 'n beverig waas voor z'n gezicht zich spreien door-schaduwd van springende vlekjes en ster-dieptetjes tusschen hem en z'n steentjes, die ie in z'n hand gekneld hield. Dan kon ie vloeken en stampen op den grond van woede, want in 't eerst begreep ie niet die vermoeidheid van z'n oogen, bleef ie denken dat 'm iets hinderde op z'n glazen, iets dat 'm sarren kwam midden in z'n werk. Dat was nou ook 'n arbeidstijd van vijftien uren... aan zoo'n pèstgoed, dat je zenuwen opvreet, waar je soms niet aan voort kon, wat je fijn moest maken, zonder scherp... was 't niet god-geklaagd ?... Maar wat gaf 't nou te morre ?... hij zou niks zegge... 't later wel eens bespreken als 'n rotten toestand die weg moest, en dan meer in 't algemeen, als toestand.—Er bleef stilte-gesuis tusschen Hein en Zeelt. Hols had niets gezegd na de vraag van Zeelt, en zoo was er rust gebleven. Nog 'n half uur, dan zou Zeelt opstappen; 't was nou bij-half twaalf. Toch leuk van die Hols dat ie was

gekome____ Zou ie 'm niet nóg eens aanporren om ook onder de

verstellers en slijpers te propageeren voor 'n goeie vakvereeniging? Maar als ie maar niet ankwam met z'n vervloekte anarchie... 't Was wel laat en hij voelde zich óp, maar toch zou 't gaan... 't was nou net zoo'n goeie gelegenheid. Waarom had ie nou niet gevraagd wat juffrouw Eva hier kwam doen ?... Wat 'n vreeselijke kieschheid en schuchterheid toch in dien jongen... Maar wat flink zag ie er den laatsten tijd uit... wat 'n reus, wat 'n bouw, wat 'n vent... heeremetijd, wat zou dat 'n voorvechter kunnen zijn. Hij zou 'm maar weer es anstooten uit z'n gesuf... wat zou dat telkens lamme inzakken van z'n geestdrift toch in 'm zijn vanavond?

— Zeg Hols, nou mot je toch ook je best doen om de verstellers bij jullie op te porre en de slijpers ook!

— Dat ka-je begrijpe! — viel Hein levendig-snel in, met z'n geestdriftige heesch-diepe stem, — met de verstellers, nou, dat valt te bezien, maar bij de slijpers... dat zijn verdomd zoo goed als vijande... he ?... heeremetijd as je wist hoe wij af hange van de slijpers... nee, je heb gelijk,... watte ?... onder de verstellers zal

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.